Zoeken in deze blog

donderdag 13 juli 2017

In Wilhelmshaven met Bukowski

Wilhelmshaven donderdag 13 juli 2017


   TERN vouwfiets ©MdVFoto

Ons Kiek over Diek (KoDproject ging aan het einde van de zomer van 2016 bij Nieuwe Statenzijl de Nederlands-Duitse grens over.  Daar zeilden we op onze TERN vouwfietsen langs de Duitse Dollarddijk, fotografeerden het Bohrinsel, reden door naar Pogum, en legden ook het 'Endje van de Welt' af tussen Pogum en Ditzum.
Nog wat later in dat jaar kwamen er de fietstochten rond Bunderhee en Ditzumerverlaat bij, en langzaam rijpte in onze breinen het idee dat we zouden kunnen proberen ons KoD project zo lang en zo ver mogelijk vol te houden. We droomden van een finish in Denemarken, ergens ter hoogte van Rømø of zo. Dat het 'maar' Wilhelmshaven zou worden, beseften we toen nog niet.
Inmiddels is er een nieuw en heel ander plan bij gekomen! Een foto- en filmproject maken van de Gronings-Duitse grens, een grandioos idee van Martha! Daarover zullen we in een ander blog wat meer vertellen. Nu eerst netjes KoD afronden.  
En zo ziet 13 juli 2017 ons arriveren in een donker bewolkte havenstad na een autorit uit de mooie stad Groningen van ongeveer 7 kwartier. De reis naar Wilhelmshaven (WHV) ging van het spreekwoordelijke leien dakje, al hadden we wel de gelukkige omstandigheid bij aankomst de schoonmakers van ons appartement te treffen, zodat we tenminste over een sleutel beschikten, want de ons per mail toegezegde sleutel in het zogeheten 'Schlüsseltresor' was er niet! De schoonmakers bleken de ouders van de eigenares van het appartement die zelf vakantie hield in Lanzarote. 

   Kaiser Wilhelm Brücke ©MdVFoto
We hebben de slecht leesbare plattegrond in de telefoongids van deze marinehaven geraadpleegd, en zo vinden wij vrij vlot het havengebied en de 'Kaiser Wilhelm Brücke', een van de gezichtsbepalende bouwwerken van een stad die in onze beleving voortdurend tussen mooi en lelijk heen en weer beweegt.
De brug is mooi. Hij biedt brede vergezichten op de havens van WHV en op de Jadebusen. Aan beide uiteinden van de brug is in fraaie smeedijzeren vormen een poort gemaakt. Er boven hangen prachtige lampen.
De boulevard langs de Jadebusen - het Südstrand - is niet ongezellig, er heerst geen overdadige drukte. Hier en daar baden wat mensen, op het zeer uitgestrekte water zeilen witte bootjes. Al met al hangt er een rustig sfeertje. De mensen spreken gedempt met elkaar, ook de kinderen en de tieners houden zich in.
De Jadebusen trekt onze aandacht, vooral om de prachtige lichtval over het wijde water. De Jadebusen heeft zijn naam van het 22 km lange riviertje de Jade en doet ons aan de (kleinere) Dollard denken. Een serie stormen heeft er ooit voor gezorgd dat deze inham kon ontstaan. Later op onze verkenningstocht van vandaag komen we een bord tegen dat mededelingen verstrekt over de 'Deich Erhöhung' van het gebied. Aan de noodzaak van deze ophoging wordt door ons - in het licht van de klimaatontwikkelingen - niet getwijfeld. 
We zien een veerboot liggen die je om 09.00 uur naar de overkant van de Jadebusen brengt, naar een gebied  Butjadingen geheten, en om 17.00 uur kun je met diezelfde boot weer naar WHV. Het lijkt ons een leuk idee. Voorwaarde: het weer moet gunstig zijn, want ruim 7 uur stukslaan in open land doe je liever niet in vliegende storm en vlagende regen.

   Windsbraut ©MdVFoto
We fietsen verder en ontdekken een jachthaven. Zeilboten en kleine jachten varen in en uit. Aan het begin van de jachthaven zien we een een mooie, ijzeren brug: de Nassau Brücke. Helaas mogen onbevoegden zoals Martha en ik er niet op. Verder fietsend komen we langs de 'Windsbraut', de windbruid, een eerbetoon aan alle ' Wilhelmshavenerinnen'. De windbruid in de Germaanse mythologie is een wervelstorm, een weerdemoon, en het buitengewoon krachtige en sensuele beeld is gemaakt door kunstenaar Hartmut Wiesner, woonachtig in WHV. We vinden het beeld zo mooi dat we alleen al hierom de reis uit Groningen zo weer zouden overdoen.
We vervolgen onze tocht in de hoop dat er ergens een doorgaande route is die ons weer naar de wijk Heppens zal brengen. Heppens is het stadsdeel waar ons appartement ligt. Helaas. We komen bij een hek dat verder rijden verbiedt.
Moe als we zijn van de reis, het in- en uitpakken, het fietsen, fotograferen en filmen (ongelooflijk wat we op deze eerste dag weten te produceren), rijden we terug langs de route die we gekomen zijn. Het gaat niet helemaal goed als Martha denkt een 'shortcut' te hebben gevonden. Na wat gemier en gemiep vinden we de juiste weg naar onze Fewo. Daar pizza en wijn.
Onze 'Heppens Fewo' zit tegen de rand van de stadskern aan. Ondanks de centraal gelegen plek hoor je vrijwel geen stadsverkeer. De dubbele beglazing van het huis helpt natuurlijk ook.
Iets over de zgn. KAISER WILHELM snorren: ik heb er vandaag twee gezien, en als je Kaiser Bill zelf meetelt - hij staat pontificaal te kijk tegenover de Garnizoenskerk van WHV - drie! Er zal er helaas in de loop van de week maar eentje bijkomen. 



   3e Kaiser Wilhelm snor ©MdVFoto



   WHV Südstrand ©MdVFoto

Wilhelmshaven vrijdag 14 juli 2017

Waar wij gisteren na onze aankomst in WHV de havens en kust in noordoostelijke richting verkenden, en ook de zuidkant van de stad, besloten we vandaag richting Sande te toeren, zuidwestelijk dus, langs de oevers van de Jadebusen. De weersverwachtingen waren bepaald beroerd, maar tot 16.00 uur bleef het wisselend bewolkt en droog.
We zijn tot Mariensiel gekomen. Een mooi dorpje in de buurt van een vliegveld(je), en in
   Mariensiel stormvloed geschiedenis ©MdVFoto
het bezit van een 'Historisches Siel'. Uit de geschiedenis van deze sluis leer je in elk geval dat er vele, vaak zware overstromingen (zoals de Kerstvloed van 1717!) zijn geweest waarna men telkens weer een nieuwe hogere dijk aanlegde. Met de huidige dijk is de sluis (16e eeuw) niet meer nodig.
Voor we in Mariensiel belanden, hebben we een flink stuk langs de oever van de Jadebusen gefietst. Het was laag water, er waren aardig wat vogels te zien op het in de zon glimmende slik, zij het bij lange na niet de aantallen die je bij 'onze' Waddenzee waarneemt. Filmen en fotograferen neemt aardig wat tijd, dus over een afstand van een kleine 4 km doe je al gauw meer dan een uur. Dan arriveer je relatief laat in Mariensiel, en is het niet handig nog verder te gaan. Dus terug naar WHV langs de Rundweg Banter See. En dat blijkt een heel aardige tocht te zijn langs een groot water dat ooit de aanlegplaats was voor olie vervoerende binnenschepen. Die olie werd aan de Banter See overgeslagen voor verder vervoer over land. Vandaag de dag is dit meer aantrekkelijk voor roeiers en kanovaarders. En voor vogels, uiteraard. Toch is het tamelijk leeg en heel stil. Ook ligt er veel zwerfvuil, ondanks de aanwezigheid van afvalbakken. Er zijn aardig wat viespeuken in dit land in weerwil van de Duitse hang naar 'Sauberkeit'.
Aan het eind van de middag regent het. Niet hard. Maar toch, het regent. We wachten de bui in de Fewo af. Doen boodschappen bij de NETTO om de hoek. Drinken Rivaner wijn. Eten. Wassen af. Na de koffie naar het Hauptbahnhof van WHV en de VVV. Bij het station bevinden zich  enigszins onplezierig ogende hangjongeren en de VVV is natuurlijk al lang dicht. Ach, misschien hebben we die stadsplattegrond helemaal niet nodig. WHV is een betrekkelijk nieuwe stad, en naar ons idee heel planmatig aangelegd.
Verder naar de kades. Er valt een prachtig avondlicht vanuit een halfdonker bewolkte hemel over de Grosse Hafen en de Jadebusen. De camera's liggen echter in de Fewo. Dom. Dus foto's gemaakt met onze smartphones. Die foto's doorgestuurd naar familie bij wijze van ansichtkaarten.
De avond gaat op aan de overdag gemaakte foto's en films bekijken, appjes beantwoorden en aantekeningen maken voor dit blog. Martha kleurt platen. Zo zijn we ontspannen bezig.

   met Bukowski in WHV ©MdVFoto

Bukowski


Begonnen aan de gedichten van Charles BukowskiThe Last Night Of The Earth. De prangende vraag nú is: waarom ben ik daar niet veel en veel eerder aan begonnen?
Ik bezit sinds enige tijd een licht beschadigde uitgave van The Last Night Of The Earth Poems, en het is meteen raak! Het gedicht 'Jam' slaat in als de bliksem. Sobere, korte staccato zinnen vertellen een tot op het bot gestript verhaal. Volgepakt met oersterke beelden. Dat laatste zal heel kenmerkend blijken voor de poëzie van deze dichter. 
Van de vijf gedichten die ik tot dit moment heb gelezen zijn 'two toughs' en 'the telephone' ook van een wonderschone, ijle ironie. En van een droge nuchterheid: "I have never welcomed the ring of a telephone".  'The telephone' is gewoon een filmscenario! Daar moet ik mij eens in verdiepen.
Bukowski lezen - ook al zijn het nog maar een handvol gedichten tot nu toe - schept rust, al is de inhoud bepaald ontregelend en verontrustend. Het beeld van de 'laatste stervende dinosaurus' in het gedicht 'Jam' maakt dat maar al te duidelijk.
Deze gedichten passen op de een of andere manier in het WHV kader. Wat een wonderlijke stad is dat WHV. Het ene moment zie je prachtige gebouwen - wat kan bruinrode baksteen toch expressief zijn in de architectuur - die getuigen van een welvarende dynamiek uit vroegere tijden, dan sta je plotseling oog in oog met verlaten bouwsels ten prooi aan hevig verval. WHV is in twee woorden keizerlijk pauperisme. De twee tegenpolen liggen steeds dicht bij elkaar. En een gedicht van Bukowski is een soort Wilhelmshaven: een welhaast keizerlijke pen, en chaos, rijkdom in armoede, verloedering en krimp.

Zoals eerder gezegd, WHV is nog vrij jong (1869), het stratenplan lijkt niet op dat van oudere, geleidelijk gegroeide steden. Het is allemaal nogal rechttoe rechtaan, wat overigens niet per se een bezwaar is.
De 'Kriegsmarine' heeft een stevig stempel op de stad gedrukt, maar de marine is in Duitsland niet meer wat hij is geweest, de marinewerf hier ter stede heeft een bescheidener plaats op de wereldranglijst moeten accepteren, en WHV toont ondanks de vele georganiseerde activiteiten ter lering ende vermaak duidelijke tekenen van krimp en verval.
   WHV vervallen spoorlijn ©MdVFoto
Veel leegstand, verwaarloosde plekken in de stad, open ruimtes vol puin en troep. Onkruid kan er welig tieren, we menen de zo gevreesde Japanse Duizendknoop op verscheidene plaatsen te hebben waargenomen. Elke alerte gemeente zou deze plant onmiddellijk uitroeien, maar hier mag dat misselijke spul kennelijk zijn gang gaan.
Wat desondanks charmeert zijn de overwoekerde spoorlijnen. WHV, en heel Duitsland trouwens, zit er vol mee. In WHV kom je ze op de gekste plaatsen tegen, en de bloeiende planten zijn een lust voor het oog.
De stad boeit wel, maar hoe lang? Haar kracht ligt mijns inziens op dit moment in een aantal opvallende toeristische attracties, die vooral aan de zuidkant van de Kaiser Wilhelm Brücke te vinden zijn: het Südstrand. 



Wilhelmshaven zaterdag 15 juli 2017


Van Hooksiel hadden we geen voorstelling. De naam wekt op de een of andere manier associaties op met eindeloze kale dijken langs dito polders en landschappen, een eenzame winderige camping voor de ware liefhebber van een grijs en kil soort ruimte en rust, een op sterven na dood zijnde kruidenierswinkel en, natuurlijk, eenzelvig ogende dorpelingen die hun argwaan jegens elke nieuwkomer nauwelijks weten te verhullen. Om Martha aan te halen: 'het klinkt alsof er allemaal Hoken wonen'.
Vergissing. Hooksiel blijkt een soort Greetsiel, wellicht iets minder pittoresk, gelegen in een prachtig agrarisch landschap dat door vele ruime waterwegen wordt doorsneden. Overal zwaar aan de obese kant verkerende toeristen weliswaar, maar ja, dat hebben we al die zomers in Duitsland al zoveel gezien, je kan haast niet anders verwachten. Martha denkt dat wij misschien ook wel wat dikker zouden zijn als we in Duitsland woonden en meer op z'n Duits aten. Tja, wie weet. Maar wij bewegen wel veel meer dan de meeste Duitsers. Als ze fietsen, fietsen ze op E-bikes. Weg met die dingen: auf eigener Kraft!
Op ongeveer 2½ km buiten Hooksiel ligt een camping die je moet binnengaan als je via het openbare fietspad naar het strand wil rijden. De camping is schier onafzienbaar groot en zeer praktisch ingericht op basis van voor elk wat wils. Kleine en grote tenten hebben elk hun eigen terrein, de caravans hebben ook zo hun afdeling, en er is een royale 'Wohnmobilstellplatz'. Ons pad vervolgend zien we ook een ruim bemeten FKK (Frei Körper Kultur) strand waar de bezoeker zich volgens streng klinkende mededelingsborden 'nur unentkleidet' mag ophouden. Achter het FKK strand ligt dan een groot familiestrand. Zoals we vaker in Duitsland hebben gezien, moet voor het strandbezoek worden betaald. Wij fietsen over een openbaar fietspad en betalen niets. Het betekent natuurlijk niet dat we gratis gaan baden.
Het is laag water. Hier en daar lopen mensen op het glimmende Wad. Een groepje toeristen wordt rondgeleid en voorgelicht over het Wad. Er is een 'Drachenwiese' waar veel gebruik van wordt gemaakt. In de verte zien we de immens lange aanlegsteigers van de JadeWeserPort. Hier meren de grote tankers en containerschepen van MÆRSK en aanverwante bedrijven aan. We verlaten het strand en de camping. Achter de dijk zien we de sluis van de buitenhaven van Hooksiel waardoor vissersschepen en plezierjachten naar Hooksiel kunnen varen.
We zoeken de havenpier op en hebben - mede dankzij de heldere lucht - een fantastisch uitzicht rondom. Je ziet de kustlijn van Butjadingen nog net, maar de Waddeneilanden niet, al zijn er wel veerboten te zien op weg naar Wangerooge.
Bij de sluis is het een dooie boel: er liggen wat zeilschepen te wachten, en een kleine kudde bejaarden fietst ietwat verveeld voorbij. Maar dan zijn er ineens twee aalscholvers die in dit stille hoekje van de haven naar hartelust duiken en boven komen met buit.
In het dorp storten wij ons in het toeristengedruis van Hooksiel. Bij de Alter Hafen is een of ander dorpsfeest aan de gang, een aantal mensen loopt in middeleeuws aandoende kledij rond, en af en toe klinkt er een doedelzak o.i.d.

   Hooksiel Alter Hafen ©MdVFoto
Vanaf de dijk kunnen we iets zien van de activiteiten. Je moet entree betalen om alles van dichtbij mee te maken, en voor deelname aan een activiteit betaal je dan nog eens extra. Daar hebben we geen trek in, maar de dijk biedt ons toch een blik op het gewoel aan de overzijde. Aankomst en vertrek van een Vikingschip bijvoorbeeld (jawel, compleet met drakenkoppen! hebben die Hoken soms zitten suffen tijdens de geschiedenisles?)
We duiken op onze TERN fietsjes het prachtige achterland in. Zomerse kleuren tot aan de verre horizon. De rogge is groen en geel, nog niet rijp dus, en de hoge dijk zit vol vogels. We rijden een rondje van een km of zes en keren terug naar Hooksiel. Daar doen we ons tegoed aan koffie met Apfelstrudel plus een enorme berg slagroom. Ja ja, Koning Obesitas wenkt ook ons. We pinnen wat geld, en rijden naar onze WHV Fewo.
Na de avondmaaltijd rijden we de stad weer in. We willen WHV bij avond fotograferen. De avond ervoor hadden we gezien hoe prachtig het afnemende daglicht door de wilde wolkenpartijen over stad en water viel.


   WHV Banter See bij avond  ©MdVFoto
Geen twee avonden zijn hetzelfde. Er is weinig wind. De hemel is bijna helemaal blauw. Ook goed. In het rimpelloze water worden schepen, bomen en huizen schitterend weerspiegeld. Ineens is er een zeehond! Vanaf de Kaiser Wilhelm Brücke film ik het dier tot het wegduikt. 
Als Martha voldoende foto's heeft gemaakt, besluiten we langs de handelskade richting Deich Brücke te fietsen. Vanaf de Deich Brücke nemen we de route naar de dijk langs de Jadebusen. We zien een scholekster badderen in het water van de Jadebusen. Een jonge bergeend foerageert, zijn snavel beweegt van links naar rechts door water en slib. De bonkende bas van een rockband reist vanaf de Butjadingen oever aan de overkant van het water naar ons gehoor. Het zonlicht vervaagt, een vuurtoren begint te knipperen. We rijden de dijk af naar de Kaiser Wilhelm Brücke, steken die over, en keren langs de marinewerf en over de Jachmann Brücke terug naar onze Fewo in de wijk Heppens.
Thuis film ik de schelpen die Martha bijeen heeft gezocht aan het Hooksieler strand. Ze zijn aan de kleine kant maar zien er puntgaaf uit. Ze liggen in een pan water en worden morgen schoongemaakt.
Charles Bukowski wacht. Ik denk dat een paar van zijn verzen het sluitstuk van deze lange dag vormen. Misschien kom ik er later op terug.

Wilhelmshaven zondag 16 juli 2017


Soms gaat het anders dan je je had voorgenomen. De vorige dag eindigde niet met Bukowski. Dus geef ik deze zondag de dichter 'het woord'.
In 'bright red car' biedt Bukowski de lezer:
- wangedrag op de Amerikaanse snelweg
- bekeuringen (tickets) krijgen als je ze niet verwacht
- bekeuringen niet krijgen waar ze wel gegeven hadden moeten worden
- een snelheidsduel op de 'freeway'
Bukowski ziet in de achteruitkijkspiegel van zijn auto een helderrode auto aankomen. Deze auto passeert hem. Tijdens de inhaalmanoeuvre is er 'iets' in de dichter dat hem doet besluiten de inhalende automobilist te snijden, en zo de man te dwingen achter een oud dametje te gaan rijden. Dat dametje heeft een CHRIST SAVES  bumper sticker op haar auto. Dit zie je als in een film voor je oog gebeuren. Het gaat in dit gedicht niet per se om 'goed of fout' verkeersgedrag, we kennen tenslotte allemaal de regels wel, het interessante punt is veeleer dat een mens zich zomaar, schijnbaar zonder aanleiding of reden, laat verleiden tot een bepaald gedrag.
De bestuurder van de rode auto raakt zichtbaar geïrriteerd door Bukowski's manoeuvre en laat het er niet bij zitten. Hij kruipt onmiddellijk pal achter de dichter en die reageert met 'this pissed me no end...'
   met Bukowski in WHV ©MdVFoto
Het ene leidt tot het andere. Het gedicht beschrijft een adembenemend snelheidsduel waarbij Bukowski zijn oorspronkelijke reisbestemming geheel uit het oog verliest.
Het gevecht eindigt ermee dat de twee automobilisten op een gegeven moment alleen op de snelweg zijn, de tijd hebben elkaar wat beter op te nemen en te accepteren, en zo loopt het duel a.h.w. vanzelf ten einde. Bukowski is inmiddels meer dan 18 mijl voorbij zijn bestemming, maar '...it didn't matter. it was a beautiful sunny day...'
Geen spectaculair maar wel onthullend slot. Veel van wat ons leven kleur en diepte geeft speelt zich juist buiten de gegeven orde af. Bukowski's gedicht laat zien dat je voornemens van de dag door een impuls veranderen en dat je dan een dag beleeft die je nooit meer vergeet.

De regen valt uit de leigrijze hemel boven WHV: ideale omstandigheden voor museumbezoek. Het wordt het UNESCO-WELTNATURERBE WATTENMEER BESUCHERZENTRUM. Iedereen weet wat dat is. Of toch niet? WHV heeft aan het Südstrand een batterij musea bijeengebracht. Het bovenvermelde bezoekerscentrum is er een van.
Het centrum bevat per verdieping - er zijn er drie - een thema. Begane grond: de walvis. Geschiedenis, walvisvaart, technieken van de walvisverwerking - yuk! wat een naar woord - de beleving van de walvis zelf, de positie van de walvis nu, het gedrag van de walvis en nog veel meer, zijn duidelijk en met mooi, beeldend materiaal inzichtelijk gemaakt voor de bezoeker.
Middenverdieping: mythos. We kennen allemaal de verhalen van de Cyclopen uit Homeros. Of anders wel die over Nessie en de Verschrikkelijke Sneeuwman. Ogenschijnlijk vooral leuk voor kinderen - er zijn aardig wat jonge gezinnen in het bezoekerscentrum - maar de volwassen kijker wordt ook even wakker geschud. Hoe zat het alweer met die Yeti? En Big Foot? Waar komen die verhalen vandaan? Wat is waar? Wat niet? En neem nou die slimme, knap uitziende 'korte mens' uit Indonesië (de Orang Pentek): bestaat hij echt?
En hoe ontstonden de fantasiedieren zoals de eenhoorn eigenlijk? Het bezoekerscentrum levert er zelf ook een paar waarvan de namen me niet meer te binnen willen schieten.
De bovenverdieping is voor de Waddenzee. Van een oude visserskotter tot een modern bassin vol Noordzeevissen, van een aantal aquaria tot een mooi vormgegeven tentoonstelling over het 'kleine leven' in de Waddenzeebodem kun je je kennis van deze wereld - such as it is - ophalen.
Voor je er erg in hebt is de zondagmiddag voorbij. De leigrijze luchten en de regen echter niet. Maar dat wisten we al, want regelmatig zagen we door de ramen van het bezoekerscentrum het Duitse Marinemuseum aan de overkant schuilgaan in het hemelwater. En o ja, er is ook een prachtige schilderijen tentoonstelling over de Waddenzee.

In het gedicht 'the lady and the mountain lion' voert Charles Bukowski  een dame op die een wel heel bijzonder avontuur meemaakt. Een bergleeuw steekt zijn/haar kop onder een toiletdeur door en de dame in de toiletruimte klimt van schrik op de wc-pot. Dan grijpt ze een buis boven haar hoofd vast, hijst zich wat hoger en kan in die weinig comfortabele positie de grote kat zien.
Het beest drinkt wat van een lopende kraan en vertrekt. Dan pas begint de vrouw om hulp te schreeuwen. Die komt. Geen bergleeuw meer te zien. Het voorval haalt krant en TV. Wat niet in het nieuws komt - en Bukowski noemt dit punt met nadruk - is hoe de vrouw nooit meer een dergelijk toilet zal bezoeken zonder aan die poema te denken.
Ik vind dit wel een boeiende observatie van Bukowski. Bijna achteloos gebracht in een ogenschijnlijk eenvoudig gedicht. Overigens wordt het voorval buitengewoon beeldend en indringend beschreven. En iedereen herkent dit patroon wel. We hebben allemaal talloze associaties met allerlei plaatsen en gebeurtenissen. En wat dan ook vaak gebeurt is dat de ene component - laten we zeggen die waar het in eerste instantie om ging - vervaagt en een andere sterker wordt.
Zo zal het zien van een zeehond in de Grote Haven van WHV belangrijker worden dan de haven die ik die avond wilde bekijken. De haven wordt van content tot frame. En in dat frame is nieuwe content gekomen: de grijze zeehond. Content. Frame. Hè, wat klinkt dit lekker eigentijds.
   frisse verlatenheid ©MdVFoto

Overigens roept het fietsen in de omgeving van WHV associaties op met de Eems expedities die we tussen 2012 en 2015 hebben gedaan. De kleuren van het achterland bij Hooksiel verbind ik met die van het Emsland bij Papenburg. Trekken langs de oevers van de Jadebusen lijkt op een bepaald moment op het fietsen langs de Dollard ter hoogte van de Coenraadpolder in Groningen.  
Uit de monding van de Weser verschijnen rode containerschepen en ik sta in gedachten meteen aan de rand van de Außenhafen van Emden. 
Vogels. Planten. Dorpen zoals Greetsiel en Hooksiel. Het luidruchtige geschetter van een merel in het struikgewas  is voor mij altijd verbonden met die ene opgewonden tetterende merel bij de Eems in de buurt van Gimbte.
Heimwee. Naar het Dortmund-Ems Kanaal bij het Börkener Paradies. Naar het miniveerbootje bij Emsdetten. Naar de frisse verlatenheid van de winderige Noord-Groninger dijken. Al die herinneringen en associaties komen als goede vrienden even langs in een kleine Fewo aan de Richtweg in Heppens WHV. En ze gaan ook weer weg, keurig op tijd zelfs, want ze kennen hun plaats.


Wilhelmshaven maandag 17 juli 2017


   Dornum synagoge ©MdVFoto

Het algemeen beleden geloof in buienradar.nl heeft in Martha en mij ook volgelingen gekregen. Onze beloning? De komende 24 uur zijn gegarandeerd neerslagvrij, zo stelt de app vast. Laat die regenpakken nou maar gewoon thuis.
Niettemin sluipt er enige twijfel in onze nieuwbakken meteorologische religie - gebrek aan vertrouwen in de digitale weergod? -  en dus gaan de regenpakken in ieder geval mee in de auto naar Dornum, een dorpje bij de Duitse waddenkust. Overbodige zorg, zo blijkt alras. De hele dag strakblauwe luchten met af en toe een vriendelijk veldje witte wolken. Fotografisch kan het niet beter. Haarscherpe vergezichten. Resultaat: twee dankbare buienradar believers! Leve Buienradar!
In het dorpje Dornum bevindt zich een synagoge. Hoewel de nazi's de inboedel van het joodse godshuis in 1938 volledig verwoest hebben - verbrand op het marktplein - is het gebouw zelf gespaard gebleven. Er is ook een kleine joodse begraafplaats in Dornum.




   Dornum joodse begraafplaats ©MdVFoto

We volgen de zogeheten 'Rundweg' door Dornum die de bezoeker de gelegenheid biedt de 'highlights' van dit knusse en mooie wierdedorpje te bekijken.
We beginnen bij de St. Bartholomäuskerk. De kerk is van de evangelisch-lutherse gemeente. De plomp gebouwde klokkentoren stamt uit de 13e eeuw, de fors uitgevallen klokken zijn in originele staat en het los van de toren staande kerkgebouw stamt uit dezelfde eeuw, al is duidelijk te zien dat de kerk niet zonder schanseringen de eeuwen heeft getrotseerd: op meerdere plaatsen zijn grote scheuren gerepareerd, in een afwijkende kleur baksteen.
Rondom het kerkje tref je - helemaal zoals het hoort - een kerkhof aan. Goed onderhouden graven omringen een groot deel van de kerk. De namen op de stenen zijn veelal van Nederlands-Friese afkomst.

   Dornum Bartholomäuskerk ©MdVFoto
   Dornum Bartholomäuskerk ©MdVFoto
Later op de dag gaan we terug naar de Bartholomäuskerk om het interieur en de crypte te bekijken. De toezichthoudende mevrouw legt ons uit wat het verschil is tussen 'reformiert' en 'evangelisch-lutherisch'. En waarom dat de aanwezigheid van de rijke versieringen in het interieur verklaart. Ze doet dat half in het Nedersaksisch en half in het Duits. Ze geeft aan dat ze zich het liefst en gemakkelijkst uitdrukt in 'heur aig'n toal', en we krijgen het al gauw over de teloorgang van de Nedersaksische talen; de kinderen willen die niet meer leren en ook niet spreken. Al zijn er nieuwe onderzoeken die vaststellen dat aan deze neerwaartse beweging in Nedersaksen een einde lijkt te komen.
De tijd tussen de twee bezoeken aan de Bartholomäuskerk wordt besteed aan het bekijken van wat Dornum nog meer te bieden heeft. Zo staat er aan het al eerder genoemde marktplein een in Nederlandse barokstijl gebouwd herenhuis, nu in gebruik als restaurant. Veel baroks kunnen wij er niet aan ontdekken.
In de klinkers van het plein zien we een Davidsster, die de plaats markeert waar de inboedel van de synagoge door de nazi's vernietigd werd.
De synagoge is de volgende halte van de Rundweg. Het gebouwtje is gesloten, bordjes geven uiterst summiere informatie over de synagoge. Enige toeristen - een van hen gekleed in een Schweinsteiger voetbalshirt - lopen zonder enige belangstelling voorbij. We passeren vervolgens het huis van een Nedersaksische schrijver, Hero Victor. Het huis is wit en goed onderhouden en ligt pal naast de volgende attractie, het grote 'Wasserschloß' dat Dornum rijk is.
   Dornum Wasserschloß ©MdVFoto
    
Dornum Beningaburg ©MdVFoto

Via een indrukwekkende stenen poort kom je op een immense binnenplaats waar je een goed overzicht hebt van het hoofdgebouw en de bijgebouwen. Het geheel doet denken aan een Groninger borg, al is dit allemaal fors groter, en ook oogt het strenger. Over borgen gesproken, Dornum heeft er nog een: Beningaburg. Het is een warm en knus ogend steenhuis, of beter gezegd, het heeft qua voorkomen wel iets van een steenhuis, al mist het de karakteristieke 'spijker' vorm die je bij een steenhuis mag verwachten.
Inmiddels is het bijzonder warm geworden. We hebben dorst en besluiten thee op zijn Oost-Fries te drinken, en Beninga's Burg blijkt daarin gespecialiseerd. Je drinkt je thee met een klontje kandij of kluntje zoals ze dat hier noemen. De mevrouw die ons allervriendelijkst bedient raadt de kersen kwarktaart aan. Betere tip hebben we nooit gehad.
In het voorjaar van 2015 verbleven we in Norden en omgeving in het kader van ons Eems project. Die trip eindigde toen bij het havenplaatsje Dornumersiel. Daar willen we even kijken. We laden de fietsen in de auto, rijden Dornum uit en koersen door het prachtige boerenland van volle akkers, bloemen, spreeuwen en zwaluwen naar Dornumersiel. Daar regeert de watersport- en strand en zee minnende toerist: wat een drukte! Het verschil met ons vorige bezoek aan dit haventje kon niet groter zijn. Toen: regen, druil, en een verlaten haven. Nu: helder weer, de Waddeneilanden binnen handbereik, zeilende bootjes, krijsende meeuwen, lachende mensen. Er wordt gefietst, gewandeld, gedronken, gegeten en genoten. We bekijken de haven een tijdje, en besluiten dan langs de dijk te fietsen richting Bensersiel.
We komen niet in Bensersiel, daarvoor is het al te laat in de middag en het haventje verder weg dan we dachten. We rijden daarom maar weer terug naar Dornumersiel. Toch: dit is Kiek over Diek in optima forma. Onder de blote hemel, links de zee, rechts de dijk en kilometers buitendijks te gaan. 
Terug in Dornumersiel laden we fietsen en camera's in onze trouwe Renault en tuffen naar onze Fewo in WHV. Rond 20.00 uur zitten we aan tafel.
Dit KoD project zal eindigen in WHV. De vele losse eindjes in de Krummhörn en wat er in dit verband verder nog in Oost-Friesland gedaan kan worden blijven evenzovele redenen om in dit open en vriendelijke landschap voor kortere of langere tijd te vertoeven.
Morgen, bij geschikt weer, willen we rondneuzen in en bij Neuharlingersiel en Schillig, en misschien bij het grote vogelgebied in de buurt van Hooksiel. We plannen het niet al te vast. 
Tot slot, de poëtische observaties en bespiegelingen van Charles Bukowski zijn 'a completely different thing'. Sluit er ook maar één vers aan bij een zomerdag als deze? Als ik een keuze kon maken, dan misschien het al besproken 'bright red car'. De donkere kant in dat gedicht dat zich afspeelt op een zonnige zomerdag vindt aansluiting bij de schaduw van wat de synagoge in Dornum overkwam.

   Dornum oma Freese Huus ©MdVFoto


Wilhelmshaven dinsdag 18 juli 2017


Vandaag starten we in Schillig. Wie zoals ik dacht dat Schillig het uitgestorvenste van alle uitgestorven Waddendorpjes was heeft het mis. Het is wel even wat anders dan een dooie camping, een dijk, twee oude Duitse echtparen met een hond en donkere wolken boven het begin van de schepping.
   Schillig strand ©MdVFoto
Schillig blijkt een warm toeristenbad, tenminste bij mooi weer. Over de dijk, even buiten het dorp, ligt een prachtige ven. Moeraswater. Eromheen strand. Direct onder het strandzand: veen. Het zeewater is ver weg. Het licht trippelt over het natte zand tot aan Wangerooge toe. Kinderen jagen op visjes en krabben. Oude mensen hobbelen voorbij, de wat fittere berijden e-bikes.

Martha en ik rijden ook. Langs begroeide schorren vol wilde bloemen in helder geel en wit. Het is helder genoeg om ook Spiekeroog te zien blinken in de zon. Veerboot. Nog een. Verder op zee, op weg naar Hamburg of Bremerhaven, dan wel daar juist van afkomstig, vrachtschepen en containerschepen. Wind, vogels, stilte. 
Zo rijden we een flinke tijd voort. Dan het besef dat we maar 90 minuten gratis parkeertijd in Schillig hebben. De tijd aan de dijk gaat traag, maar die gratis P-tijd blijft natuurlijk 90 min. 

In de auto naar Bensersiel.  Voor drie eurietjes kan je er de hele dag parkeren, buiten het dorp, dat wel! Bensersiel blijkt nog weer een stuk toeristischer dan Dornumersiel. De havens lijken qua stijl en indeling precies op elkaar. We kijken even rond in de haven, en fietsen dan naar de dijk. De aanwakkerende wind grijpt ons stevig vast en laat niet meer los. We zien Langeoog. En nu nog helderder dan bij Schillig Spiekeroog. Zo ploeteren we voort, en vragen ons af wanneer verschijnt Neuharlingersiel nou eens om de hoek?
Aan de dijk staan drie mensen. Een van hen, een jongeman, vraagt of we een fietspomp hebben. Die hebben we. Samen met twee oudere mensen - vermoedelijk zijn ouders, al wordt ons dat niet helemaal duidelijk - probeert hij een lekke band te repareren. De harde wind en de overduidelijke onervarenheid van de reparateurs werken tegen. Het lek is ook erg groot. En het plakkertje plakt niet. Ik help waar ik kan, maar ze geven hun probleem niet graag uit handen. Zo klungelen we meer dan een half uur aan. Neuharlingersiel verdampt uit onze hoofden. We fietsen maar terug naar Bensersiel, een fietsbandplakkertje lichter. 
Van Bensersiel naar WHV is een autorit van een goed half uur. Het boerenland is zonovergoten mooi. We rijden door van mens en god verlaten gehuchten en streekjes die niettemin bol staan van de Fewo's. De akkers zijn omzoomd met groen en bloemen. We zien spreeuwen en zwaluwen, erg veel zwaluwen. De wegen worden onveilig gemaakt door hardrijdende Duitsers die moe van een dag werk zo snel mogelijk thuis willen zijn.
Langzaam valt over de dag vol zon de avond met een blauwe lucht zacht als zijde. En dus citeer ik Charles Bukowski hier maar: "The day wasn't useless after all". Hoewel dat bij nader inzien niet positief genoeg klinkt. Toch maar laten staan.

Wilhelmshaven woensdag 19 juli


Deze dag wordt de laatste volledige vakantiedag in WHV. Morgen voor 11.00 uur in de morgen zijn we uit de Fewo. Contract. Contracten horen volgens 'Het Oerboek van de Mens' bij onze 'verstandsnatuur', en dat is maar goed ook.
Rondvaarten horen bij onze cultuur-natuur: je 'nieuwe' wereld moet verkend en onderzocht worden. We voeren deze verkenning en dit onderzoek uit om 13.00 uur p.m. door ons in te schepen op het ms 'Harle Kurier'. We bevinden ons als enige NL'ers in het gezelschap van voornamelijk zeer corpulente Duitsers. We voelen ons in een klap heel klein en bescheiden in de presentie van deze kolossale lieden. Man man, die lui eten en drinken de godganse dag door. Het 'Mittagessen' wordt vaak in zeer copieuze uitvoering geserveerd en geconsumeerd. Dan hebben wij ons ontbijt nog maar net verteerd. En 'zij' hebben dan én ontbijt én ochtendkoffie én middagmaal verwerkt. Leve het land der calorieën! 
Bukowski - halve Duitser trouwens - schrijft in 'the writer': "I was so thin I could slice bread with my shoulder blades, only I seldom had bread..."
Prachtregel! Even ironisch als tragisch. In het kader van wat ik meemaak op de rondvaartboot, komt het me voor dat deze boodschap vast niet besteed is aan deze hollebollegijzen, al weet je het natuurlijk nooit. 

   WHV JadeWeserPort ©MdVFoto
De 'Harle Kurier' vertrekt stipt op tijd en heeft er direct  een flinke vaart in zodat we binnen een paar minuten op de Jadebusen zijn. Je kunt de Jadebusen vergelijken met de Dollard, al ligt dit veel grotere water wat meer onbeschut. Het kan hier geducht spoken.
De zon schijnt fel, er staat een aangename bries en we snellen al gauw langs allerlei havenwerken, boten, kantoorgebouwen, kademuren, vuurtorens en lichtbakens. We zijn op weg naar de JadeWeserPort, een containerhaven die bij elk tij te bereiken is. We zien de eindeloos lange aanlegsteigers, de gigantische kranen. Enfin, we berichtten hier al eerder over (zie zaterdag). Gisteren had ik een groot containerschip zien passeren aan de horizon. Vandaag passeer ik het bakbeest - eigendom van MÆRSK - dat afgeladen is met honderden, wellicht duizenden, containers. De economische activiteit rond de Jadebusen speelt zich overduidelijk aan de WHV kant van het water af. De verre overkant, Butjadingen, oogt leeg en verlaten op een enkele zeilboot en wat bakens na.

   WHV marinehaven ©MdVFoto

De volgende attractie van deze vaartocht is de marinehaven van WHV. We hadden de marinescheepswerf al diverse malen gezien vanaf de Jachmannbrücke, en ook het marinemuseum gespot vanuit het Waddenzee Bezoekerscentrum, maar nu varen we zomaar langs een paar kanjers van oorlogsbodems. Van dat soort dingen ben ik over het algemeen gauw onder de indruk, maar de informatie die door de speakers over de Duitse marine werd verstrekt deed naar mijn idee weinig tot niets met de opvarenden. De meesten waren bezig met de verwerking van aangekochte etenswaren samen met hun kinderen, of met het verstrekken van aangekochte etenswaren aan die kinderen, of ze rookten hun sigaretten - die lui paffen dagelijks een vermogen weg - en een aantal hield zich onledig met indringende vrijages. Tijdens de rondvaart die ongeveer anderhalve uur duurde, heb ik tenminste drie stelletjes mogen aanzien die zonder enige gêne tamelijk intieme handelingen aan elkaar verrichtten. Onwillekeurig dacht ik aan bepaalde insecten die ook eindeloos lang op elkaar zitten en ogenschijnlijk gebeurt er niets. Ach, en misschien waren het ook insecten.

En zo werd WHV door Martha en mij vanaf het water bekeken. Het is altijd aardig de wereld vanuit dit perspectief te observeren. We zijn vanuit onze eerste natuur landkrabben, like it or not, en we kijken als zodanig naar een element dat we hebben moeten leren liefhebben.
Kijken naar het land vanaf het donkerblauwe, woelige water levert altijd een boeiende vraag op: waar en hoe neem ik wat het beste waar? Dat zijn drie vragen.
Het mooie vuurtorentje - de Quermarkenfeuer Alte Mole - dat ik vorige week vanuit het kikker perspectief filmde, bezag ik thans vanaf de Harle Kurier. Het was totaal iets anders, terwijl het om hetzelfde torentje ging.


   WHV Garnisonkirche ©MdVFoto
 Afijn, onze boot brengt ons weer aan wal, waar we er onmiddellijk aan herinnerd worden hoe onbarmhartig heet het landklimaat ter plaatse is. De frisse bries is weg. Etensgeuren dringen onze neusgaten binnen. We krijgen trek. Martha's camera accu is leeg en de reserve accu ligt in de Fewo. Daarheen. Lunch. Opnieuw op pad en dit keer naar de 'Christus of Garnison Kirche' van WHV. 
De 'Garnizoenskerk' doet zowel binnen als buiten sereen aan. Het gebouw is deels een weerspiegeling van het geestelijk/religieuze leven van de Duitse marinegemeenschap hier ter plaatse, en deels een historische weerslag van de keizerlijke stad die WHV is. Een en ander drukt een sterk stempel op de kerk en op wat er hier zichtbaar gemaakt wordt. De contrasten zijn hier af en toe hevig. Wat te denken van de woorden van MartiNiemöller die op de muur geschreven staan? Niemöller wijst erop dat in nazi-Duitsland ook voor de niet-ariër Christus - de grondlegger van het christelijk geloof - in de kerk ten lange leste geen plaats meer zal zijn, terwijl op dezelfde muur Hitler vriend, jodenhater en bisschop Ludwig Müller weet dat 'de jood tot het einde der dagen de ergste vijand van de christen zal zijn'. Ik geef hier mijn interpretatie van de teksten die overigens op onze foto's en in de film te lezen zijn.

   WHV Garnisonkirche ©MdVFoto
Tussen die twee uitersten vind je een gedenkboek van de gevallen helden van de tweede wereldoorlog. Het is niet voor het eerst dat we constateren dat het huidige Duitsland toch een beleid van eerbetoon wenst te voeren voor de soldaten die sneuvelden voor het nazi vaderland Duitsland. Voor Adolf. Deze helden zijn verantwoordelijk voor - en nu blijf ik bewust binnen mijn 'familie- en kennissenbereik' - de dood van opa Jacob Westerveen, van Ailko de Vries (oom van Martha), van Thijs en Wicher Oljans. Ik kan dit eerbetoon maar moeilijk verdragen. Ik snap het ook niet goed. Ik denk aan het Eemsstadje Rietberg, dat wij enige jaren geleden bezochten en waar de 'dankbare' bevolking de gevallenen van de eerste wereldoorlog eert. Het klopt niet. Of zijn de Duitsers soms ook dankbaar voor de meer dan afzichtelijk grote bunkers die hier in WHV en elders te 'bewonderen' zijn? Twee van die monsters staan vlakbij elkaar in de wijk Heppens.
Zo zie je maar weer dat er veel in Duitsland is om bewondering en waardering voor te hebben. Bewondering en waardering voor de kostbare keramiek van de Duitse way of life die altijd de barsten van die verdomde oorlogen zal vertonen. Je komt de littekens vroeg of laat tegen: the war ain't over yet.

Drank op een terras aan het Südstrand. Halve liter Jever pils voor mij en een bel witte wijn voor Martha. We besluiten ergens te eten. Het is onze laatste avond in WHV. 
De lucht trekt dicht. Er wordt onweer verwacht in de vroege avond. We gaan naar de NETTO om boodschappen te doen. We zijn koud een kwartier in ons huisje of de regen valt als een brede waterval uit de hemel, vergezeld van goed getimede paukenslagen.
We eten in de Fewo, drinken koffie, pakken onze koffers, lezen onze boeken uit. Ik schrijf de laatste aflevering van dit vakantiejournaal. Of verslag. Of blog. En lees ook nog wat van Bukowski:
'then I back out, swing around and enter the real world again' (small café)
Jacques Westerveen, Wilhelmshaven/Groningen 
   In WHV met Bukowski ©MdVFoto























Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Stralsund Expedities 2

zondag 16 september, Groß Behnkenhagen    Kap Arkona Rügen; ©MdVFoto Het  Deense  eiland  Møn , de  Engelse   zuidkust , en de  Nor...