Zoeken in deze blog

woensdag 24 oktober 2018

Stralsund Expedities 2

zondag 16 september, Groß Behnkenhagen

   Kap Arkona Rügen; ©MdVFoto

Het Deense eiland Møn, de Engelse zuidkust, en de Normandische falaisekust in één: Kap Arkona
Wellicht is dit wat overdreven en feitelijk onjuist. Maar ik denk wel aan die plaatsen terwijl ik met Martha langs de hoge krijtkust van de Rügense Kap Arkona loop, zo ongeveer het noordelijkste puntje van het eiland.

De zaterdag en zondag zijn voor veel Duitsers de dagen waarop - vaak in familie- en gezinsverband - tochtjes en uitjes worden georganiseerd. De grote P-plaats van Arkona is dan ook goed vol.

We zijn van plan Arkona en omgeving per fiets te verkennen. We hebben daartoe een eenvoudige fietsroute voorbereid. Afgezien van de krijtrotsen en de overige mooie natuur, is dit het gebied waar het Christendom zich de Duitse streken heeft binnen gevochten. Letterlijk. En ook kent deze streek een lange vissershistorie. Daarvoor moeten we naar Vitt, dat anderhalve km van Arkona verwijderd ligt, en dan is er ook nog het pittoreske Putgarten, niet te verwarren met de havenplaats Puttgarden op Fehmarn.

Daar is het allemaal niet van gekomen. Na uitvoerig de uitstalling van een aantal roestige klokboeien (prachtige dingen, trouwens) bij de vuurtoren te hebben bekeken, alsmede in onbruik geraakte vuurtorenlichten en diverse als Kunst gebrachte nijverheidsuitingen, ontdekken we het enige toegankelijke pad dat naar de oever van de Oostzee voert.

Wat bij de Königsstuhl niet kon, was op één plaats bij Arkona wel mogelijk: afdalen naar en wandelen langs het keienstrand onder de steile krijtrotsen, weliswaar auf eigene Gefahr, maar dat verhinderde ons niet om met camera's en al af te dalen naar dat strand van keien en kiezels, met hier en daar rietkragen aan zee. We vinden er mooi rond geslepen stenen, en uiteraard prachtige stukken helderwit krijt. Martha heeft er flink wat van meegenomen, voor de kleinkinderen.
Tijdens onze dag in het Jasmund natuurpark, hadden we al zwanen gezien vanaf het hooggelegen kustpad. Hier bij Arkona zwemmen ze op nog geen 100 m van ons vandaan deinend op de grijsblauwe golven van de Oostzee.
   krijtrotsen Kap Arkona Rügen; ©MdVFoto

Zwanen op zee, dat zie je niet in Nederland bij mijn weten. Misschien in het Waddengebied, maar vast niet langs de Noordzeekust. Veel te zout water. Zwanen op zee. Hoe poëtisch wil je het hebben? Een groepje van zo'n 15 zwanen dat de kust a.h.w. afgraast. Heel af en toe vliegen de dieren op om een kilometertje verderop weer neer te strijken. Verder barst het hier van de meeuwen, aalscholvers en eenden.


Veel eb en vloed beweging zien we hier niet. Evenmin veel branding. Maar wel een wereld van ruimte en stilte, al is aan een enkel voorbij snerpend motorbootje niet te ontkomen. Maar dat mag de pret niet drukken. Het wit van de zwanen afgezet tegen dat van de verre zeilboten, de kleurwisseling in het water van grijs naar blauw naar groen. De krijtrotsen, van dichtbij wat grauwig, maar ver weg in de zon weer helderwit. Een mens komt hier zintuigen te kort. Zoals de kustlijnen komen en wegbuigen, in één vloeiende beweging. Nogmaals, hoe poëtisch wil je het hebben?




maandag 17 september, Groß Behnkenhagen

   havengebied Stralsund; ©MdVFoto

Geen lange autorit vandaag. Het is prachtig weer, minstens 3 graden warmer dan gisteren, en de hanzestad Stralsund, waarvan we na de eerste zondag na onze aankomst niets meer gezien hebben, roept en lokt ons. We vinden een P-garage in het havengebied van Stralsund, zoeken de lange Mole (= pier) van de jachthaven op en maken daar wat foto's en filmshots van de stad. Een vrouw werpt een handjevol rozen in het water. Ze vertelt Martha dat het in havensteden gebruik is om zo verdronken zeelieden te eren en gedenken. De rozen drijven langzaam weg langs de havenpier.
Op deze maandagmorgen is er weinig drukte. De meeste toeristen verschijnen pas laat in de middag in dit deel van de stad. We kopen kaartjes voor een rondvaart over de Strelasund. Er blijven nogal wat plaatsen onbezet op de boot, tja, de grote vakantiedrukte is echt voorbij. Pensionado's en af en toe wat rondreizende jongelui bepalen deze week het toeristische beeld in de hanzestad.
   havengebied Stralsund; ©MdVFoto

De tocht over de Strelasund duurt een klein uur en is alleraardigst. Een sonore Duitse stem verstrekt info tijdens de reis. Uiteraard passeren we - tweemaal zelfs - de oude en nieuwe brug van Stralsund naar Rügen. Het eilandje Dänholm dat tegen Stralsund aanschurkt krijgen we nu eindelijk eens goed te zien. 

Na de rondvaart hebben we honger. Een restaurant aan de havenkade biedt een uitstekende maaltijd voor weinig geld. De rest van de middag gaat op aan een mooie stadswandeling. En aan meer foto's en filmshots van de stad.





dinsdag 18 september, Groß Behnkenhagen


Vlakbij Prora bevindt zich het Baumwipfelpfad, een 1250 meter lang pad dat door een beukenbos loopt en eindigt in de zgn. Adlerhorst, de uitzichttoren die zich 40 meter boven de heuveltop verheft en een verreikend uitzicht biedt over de wijde omtrek. Het ding heeft inderdaad wat van een adelaarshorst. Heel goed is vanaf deze toren het hotelcomplex te zien dat oom Adolf H. liet bouwen aan de Oostzeekust bij Prora. Ook kan de bezoeker zich verlustigen aan de Großer Jasmunder Bodden, de Kleiner Jasmunder Bodden en aan al die talloze eilandjes en grillige landtongen. In de verte ziet hij ook de haven van Neu Mukran.


'De natuur beleven en begrijpen', zo luidt het motto van dit Naturerbe Zentrum. Daarbij is niet in de laatste plaats aan de kinderen gedacht. Het wandelpad gaat heel langzaam omhoog. Er zijn geen trappen, onderweg zijn informatiepunten geplaatst die aanschouwelijk in en in direct te bevatten taal passerende wandelaars vertellen over boomsoorten, hun verspreidingsgebieden, hun blad, hoe hard bomen werken om het water uit de grond tot in de hoogste twijgjes te krijgen, men kan er zijn klauterbehendigheid uitproberen, spelenderwijs zijn hoogtevrees de baas worden, en misschien wel het mooiste van alles, je bent er gewoon lekker in de vrije natuur. De wind streelt je haar en gezicht, en een mens wordt zich heel misschien ook een beetje bewust van wat hij aanricht op aarde. Elf euro is niet eens veel geld voor deze slim uitgedachte, mooi gemaakte, mens-kind-bejaarde en gehandicapte vriendelijke natuurbeleving. 
Onderweg naar huis tevergeefs gespeurd naar kraanvogels.



   Baumwipfelpfad Prora; ©MdVFoto
   Baumwipfelpfad Prora; ©MdVFoto







                              
   Baumwipfelpfad Prora; ©MdVFoto


woensdag 19 september, Groß Behnkenhagen


Dänholm is een piepklein eilandje in de Strelasund. Het ligt zowat tegen de stad Stralsund aangedrukt, maar het is echt een eiland(je), goed zichtbaar vanaf de beide Rügenbrücken, en mooi aan de buitenkant die wat ontoegankelijk oogt. En ruig.
De 'binnenkant' van Dänholm is een nogal vervallen zootje. Wegen, fietspaden vol kuilen en gaten, voetgangerszones idem, veel zwerfvuil en glas, en de P-plaatsen die er zijn, lenen zich buitengewoon goed voor de ultieme wanhoopsbeleving.
Het lijkt wel of er niets meer wordt onderhouden op Dänholm, dat een marine- en visserijhistorie kent. En dat is volop te zien. Zo is er een marine museum. Wel je best doen om het te vinden. En... er is een nautineum. Een wat? Een Nautineum!  

Dit Nautineum heeft de visserijgeschiedenis van Dänholm onder zijn dakpannen, maar ook iets dat het best omschreven kan worden als de nautische wetenschap en techniek. En niet alleen onder de dakpannen, een flink deel van het Nautineum is een openluchtmuseum.

We worden er heel aardig en behulpzaam ontvangen. De beheerder geeft aan dat zijn Engels in de categorie 'Kartoffel englisch' thuishoort, waarop wij hem wijzen op ons 'Steinkohl deutsch'. Die grap valt in goede aarde. Wie zei daar dat Duitsers humorloos zijn?
Het Nautineum heft geen entree, maar leeft van subsidiegeld, bijdragen van het bedrijfsleven en van wat de bezoeker bereid is af te staan (Spende).

De collectie visserijspullen is indrukwekkend omvangrijk van katrollen tot boetnaalden tot leefnetten tot fuiken tot visserskleding. En alles wat je daar nog bij vindt horen. Ze hebben het.
Serieuzer wordt de afdeling Walfang. Het Nautineum geeft een overzichtelijk beeld van de Duitse walvisvaart voor 1980. Naast de Walfang is er een collectie motoren die ooit in allerhande boten en bootjes dienst hebben gedaan, of gebruikt werden voor de diepzeeduik technologie. Ook op dit laatste punt blijkt dit museum - dat op het eerste gezicht nogal onooglijk overkomt - over mooie dingen te beschikken. In veel items kun je een kijkje nemen zoals in het groot oranje onderwaterlaboratorium dat jarenlang gebruikt werd voor diepzee onderzoek.
Wat er al niet komt kijken om iemand in duikerpak de zeebodem te laten verkennen en bestuderen. Hulpvaartuigen, draagtoestellen, drukkamers, en wat dies meer zij staan op overzichtelijke wijze uitgestald, en de bezoeker krijgt met behulp van audioapparatuur uitleg over hoe al die dingen werken en wat het grote nut ervan is geweest.
De achterzijde van het Nautineum is een bouwkundig hoogstandje, in elk geval een prettig gebouw om naar te kijken. Het herbergt een aantal vissersboten uit vervlogen tijden en het ruikt er aangenaam naar teer. Dit deel van het Nautineum ligt aan de Strelasund, tegenover de overslaghaven en de hoge Rügenbrücke, een schitterende plek voor een (deels) openluchtmuseum. Er is zelfs een picknickplaats, gelegen in de schaduw van de vermolmde maar evengoed eerbiedwaardige kotter Margarete

De picknickplaats is leeg. Martha en ik strijken er neer, eten en drinken onze medegebrachte lunch, en kijken naar de talloze jachtjes, roeibootjes, kano's, vrachtschepen, veerboten, rondvaartboten, patrouilleboten, zwanen en wat er verder nog voorbijkomt of drijft. Aan de overzijde naast de overslaghaven is de hemelsblauwe MV Werft Stralsund gevestigd. Het gebouw lijkt wel op dat van de Meyerwerft in Papenburg.
Het zonlicht danst onvermoeibaar op het wijde Strelasund water. We willen hier wel blijven. Wat een rust geeft deze bedrijvigheid.


   Nautineum Dänholm ; ©MdVFoto

Na het Nautineum fietsen we het eiland Dänholm rond en komen voornamelijk mistroostig stemmende treurnis tegen. Wij denken graag dat het de DDR erfenis is. Deels zal dat zo zijn. Maar elders in het meer westelijke deel van Duitsland kom je soms ook aardig wat verval en troep tegen. Duitsers zijn gewoon viespeuken. Daarom hebben ze die steeds herhaalde oproepen om de Rastplatz sauber zu halten ook zo hard nodig.

We rijden richting Gristow. Ergens onderweg parkeren we de Renault bij de weg en fietsen verder naar een oude veerplaats. We staan aan de oevers van de Strelasund, aalscholvers laten hun vleugels wapperen in de wind; in de verte zien we de drie grote kerktorens van Stralsund.
We fietsen het land verder in. Kraanvogels zien we niet, wel vier buizerds in het geploegde land dat zo droog is dat bij een beetje wind er al stofwolken opdwarrelen. En veel bonte kraaien. De zon schijnt fel. We worden moe, laden de fietsen in de Renault, en keren via de Netto met pizza, bier en ijs terug naar de Fewo Peenemünde.



donderdag 20 september, Groß Behnkenhagen



   Marienkirche Stralsund; ©MdVFoto

Stralsund heeft maar liefst drie grote kerken. Aardig wat voor een relatief kleine hanzestad. Twee van de drie hebben we bekeken: de St. Marienkirche en de St. Nicolaikirche. De Jacobikirche kon niet meer in het programma.
Voor wat de Marienkirche betreft: ik ben de immense toren opgegaan, Martha heeft het interieur bekeken. Deze ev.-luth. kerk heeft een forse toren van 104 m hoog, en is een markant voorbeeld van de late baksteen gotiek zoals die in Noord-Duitsland veel voorkomt. De toren heeft een veelbewogen leven achter de rug. In 1382 stortte het bouwwerk in, en er werd een nieuwe kerk gebouwd. In 1495 begaf de toren het opnieuw. De toren werd hersteld en op een hoogte van maar liefst 151 m gebracht. Zo kon de kerk het hoogste bakstenen kerkgebouw ter wereld worden.
Het noodslot sloeg nog een keer toe in 1647: de bliksem trof de toren, die afbrandde. De hele kerk werd herbouwd, en in 1708 was het bakstenen gevaarte klaar, met de toren op 104 m hoogte. Die toren heb ik beklommen, vandaag, en het was een geweldige belevenis.

Van het interieur van de kerk heb ik niet heel veel gezien. Het orgel zag er schitterend uit. Friedrich Stellwagen bouwde het. Ik vond het een lichte en ruime kerk. Sober en smaakvol. Het spijkerkruis was ontroerend om te zien. De bijbehorende teksten Father Forgive en het Verzoeningsgebed onderstrepen de historische gebeurtenissen van WO II, die uiteindelijk hebben geleid tot een verzoenend contact tussen de steden Coventry en Stralsund, die beide gebombardeerd werden.


   Marienkirche Stralsund spijkerkruis; ©MdVFoto

Over de Nicolaikirche zal ik kort zijn, vooral omdat de beklimming van de Marienkirche toren zijn tol eiste. Heel veel animo en aandacht had ik niet meer voor de Nicolaikirche, die ik gemakshalve de inkleurkerk heb genoemd. Die term verwijst naar het kleurige binnenwerk van de kerk. Van voor naar achter, van links naar rechts zie je kleurrijke fresco's, sommige heel mooi, andere op het kermisachtige af. De kerk is werkelijk volgepropt met kruisbeelden, altaarstukken, privé-kapellen, grafzerken, informatiehoeken, kortom, een veel te vol en onrustig interieur. Ook stonk het er een beetje. Net als de Marienkirche is de Nicolaikirche ev.-luth.

De honger slaat toe. Kaasbroodjes gekocht en genuttigd. Dan naar de P-garage. De TERN karretjes opgetuigd en vanuit Stralsund in noordelijke richting gefietst. Langs de kust, alwaar strandvermaak waargenomen, badhuisjes, Fewo's, ruige bossages, en... een verlaten DDR kliniek - wat heeft zich daar afgespeeld tijdens de Ulbricht-Honecker hoogtijdagen? - dat zijn zo'n beetje de decorstukken die het fietspad van dit traject omzomen.
Op een bepaald punt zien we Barhöft aangegeven, nog 11 km fietsen. Daar zijn we vorige week geweest, toen we bij Klausdorf de Boddenkust afstruinden. Veel verder kunnen we niet gaan zonder van de kust af te wijken, wat we niet willen. Dus keren we om, rijden naar de haven van Stralsund, en laden onze vouwfietsen in. We doen de Netto even aan en thuis deelt Herr Neumann ons mee dat morgen, onze laatste volledige vakantiedag, het water tussen 08.00-15.00 uur wordt afgesloten. Hij brengt deze boodschap met twee lege emmers die we alvast kunnen vullen. Speciaal voor deze omstandigheid gekocht.


   Marienkirche Stralsund; ©MdVFoto



vrijdag 21 september, Groß Behnkenhagen


Nog één keer Kraniche zien, dat lijkt ons een geweldig idee voor de laatste vakantiedag. Dus bij Stahlbrode de Strelasund weer overgestoken. De Renault mag dit keer ook op de boot. We rijden naar de plek waar we de vogels 1½ week geleden hebben gezien. Waar er toen enige honderden vogels waren, staan er nu drie! En die hebben ons meteen in de smiezen, houden het na een kleine tien minuten voor gezien en vliegen weg.
We rijden verder, vinden een verlaten akker waar we de auto parkeren en beginnen een fietstocht. In de verte vermoeden we water, misschien dat we daar kraanvogels kunnen zien. De wind wakkert inmiddels flink aan, er stijgen overal stofwolken op en we zien in dat fietsen in deze harde wind met het stof straks in oor- en neusgaten niks wordt.

Garz is het oudste stadje van Rügen. Hier zijn we eerder doorheen gereden. Elke straat hier ligt er totaal verlaten bij. Werkelijk geen mens, hond en kip te zien. De in aanleg schilderachtige huisjes aan de hobbelkeienstraten staren ons wezenloos aan. De auto geparkeerd en de Burgwal bekeken. De Burgwal is een restant van de verdedigingswerken gebouwd door de hier eens aanwezige Slavische bewoners.
Op die Burgwal staat een afzichtelijk WO II monument "uit eerbied voor het offer aan de oorlog". Welja, leg het maar weer bij de ander. De bij de geciteerde tekst passende steenklomp is ongeveer het armzaligste wat ik op dit gebied in Duitsland heb mogen aanschouwen. Rotzooi! Weg ermee!

Terug naar Stralsund over de grote Rügenbrücke. Wel of niet naar het Ozeaneum? Niet. De keuze valt op frische Waffeln und Kaffee. Daarna door de haven en straten slenteren tot...de regen valt. De herfst komt met een flinke plensbui en een kille wind. Met onze allerlaatste foto's genomen in de Backstüberstrasse naar huis! Daar bier, eten, inpakken. Morgen wegwezen!


   Backstüberstrasse Stralsund; ©MdVFoto

zaterdag 22 september, Groß Behnkenhagen/Groningen


Met de verschrikking die Bremen was in het achterhoofd aanvaarden Martha en ik de terugweg naar Groningen. Misschien is het vanwege de wat onrustige nacht voor ons vertrek en de daaruit voortkomende sufheid, en heel misschien is GM toch niet perfect, maar de reis die  ± 08.30 begint, heeft geen vlotte start. Twee keer rijden we verkeerd, en pas na een hoop gedoe met kaart en navigatie ontdekken we de fout die natuurlijk onze fout is. Dan, na een slordige 20 minuten tijdverlies hebben we de juiste route.

Maar dan gaat het ook hard. De drukte rond Hamburg is indrukwekkend, maar van stilstand is geen sprake, en we zijn al weer op weg naar Bremen. De wegwerkzaamheden aan de ring daar zijn in 14 dagen vast nog niet af, dus we zetten ons schrap, maar ook hier geen oponthoud van enige betekenis.
Opgelucht snellen we voort. Met korte pauzes, tijdige chauffeurswisselingen (en toenemende regendreiging) arriveren we rond 15.30 uur in Groningen waar we huis en tuin goed verzorgd aantreffen. Hulde aan onze buren.

We pakken de hele boel uit, eten wat, en maken een eerste inventarisatie van foto- en filmmateriaal. Martha heeft 606 foto's gemaakt, en ik blijk over de 500 videoclips te hebben verzameld. De komende weken wordt het puzzelen om daar wat samenhangends uit te peuren.

Jacques












































maandag 15 oktober 2018

De Grens_een stroomdal en een groene grens

13 oktober 2018



   Slangenborg oude stroomdal Eems; ©FFG 

Ten oosten van Laude, en dus ook ten oosten van de Ruiten Aa, en ten westen van het Ruiten Aa kanaal, vlak onder Sellingen, vind je een streek of buurt die Slangenborg heet. In een groot veld dat aan de Zuidesweg ligt vind je de resten van het oude Eems stroomdal.
In de laatste ijstijd, ruim 20.000 jaar geleden, is de bedding van de Eems in oostelijke richting verlegd naar de plaats waar de rivier nu stroomt. Het stroomdal van voor de ijstijd is echter nog goed zichtbaar in het Oost-Groningse landschap. Bij Smeerling bijvoorbeeld, en in Slangenborg, waar wij vandaag rondkijken.

Hoe ziet het eruit? Verwacht geen spectaculair landschap. Als je niet weet dat dit het oude stroomdal van de Eems is, zie je niet zo gek veel bijzonders. Als we arriveren zien we een enorm enigszins hellend terrein, deels begroeid met allerlei grassen, deels gemaaid, en dwars door het terrein lopen greppels die omzoomd zijn met meer dan manshoge uitgebloeide lisdodden. Lisdodden zijn oeverplanten, dus er is water, al zien we dat niet. De greppels meanderen een beetje. Er is een plankier aangelegd waardoor het gebied goed toegankelijk is gemaakt.
We geven onze ogen goed de kost, ook al is er niet bijster veel te zien. We proberen er een rivier bij te denken, iets als de huidige Eems, de rivier die we zo goed kennen, maar het blijft toch vooral een enorme, braakliggende, modderige akker waarvan je weet dat het ooit het stroomdal was van wat we nu de Eems noemen.

We vervolgen onze route langs de Zuidesweg in zuidwestelijke richting, slaan linksaf de Borgerschapenweg in, steken het Ruiten Aa kanaal over, dan nog eens links af een flink eind langs het kanaal, en fietsen dan met een scherpe bocht rechtsaf de Zuidveldweg op. Na een flauwe bocht heet de Zuidveldweg ineens Lauder Hokweg. Dan linksaf Wessingtange in, in zuidelijke richting. Ook Wessingtange jakkeren we een flink eind af, en slaan dan linksaf een weggetje in dat Groentje heet. Groentje eindigt bij de grens. Je moet een houten brugje over, en je staat in Duitsland. Zoals de telefonerende jongen die wij daar toevallig troffen het formuleerde: "nou, ik hang op, hoor, en rijd nu weer naar Nederland". Twee meter buiten de grens!
De grensovergang wordt hier aangegeven met een bijna onvindbare grenssteen, nr. 174. Meteen over de grens, wat weggedrukt in de bosjes, staat zo'n Duits schuilhutje voor fietsers en wandelaars. Die hutjes zien er altijd wat somber, donker en rommelig uit. Nou ja, niet zeuren, aan de Groningse kant staat helemaal niks.

Ondanks het late uur, het herfstige landschap, de lege akkers, en de aanwakkerende wind, vinden we het hier fijn. In de verste verte geen mens te zien. Maar misschien wel een zwervende wolf, huiveren we. Het zou zo maar kunnen. Ook dat zit er vandaag echter niet in. We fietsen dus maar naar de auto die op de parkeerplaats van Ter Borg op ons wacht.

   grenspaal 174 bij Groentje; ©FFG 

































woensdag 3 oktober 2018

Stralsund Expedities 1

 zaterdag/zondag 08/09 september, Groningen/Groß Behnkenhagen



De Oostzeekust van Duitsland heeft Martha en mij vaak een gebied geleken waar we nog eens naar toe wildenHet zou er mooi zijn, zo las ik nu en dan in een of ander tijdschrift, en je hoorde van mensen wel eens wat over de wonderbaarlijke vakantieverblijven aan de Oostzeekust van de voormalige DDR. We zouden er heerlijke stranden, golvende kustlijnen, steile krijtrotsen en historische steden en stadjes te zien krijgen, volgens weer andere bronnen.

En eindelijk is het zover. Martha en ik hebben de reis naar het verre Mecklenburg-Vorpommern ondernomen en ons gerieflijk geïnstalleerd in Ahrenshoop, een piekfijn ingerichte vakantiewoning (Fewo) in een werkelijk piepklein gehuchtje dat de ingewikkelde naam Groß Behnkenhagen draagt, vermoedelijk genoemd naar de 'Gutshof' Groß Behnkenhagen (of andersom). De naam Ahrenshoop verwijst naar een gelijknamig (voormalig) eilandje van de Vorpommersche Boddenkust. Het is maar dat je het weet.

Vanuit Groningen is het een pittig eind rijden: 555 km volgens Google Maps. GM heeft ons vooraf al geattendeerd op diverse knelpunten in deze route. Bremen. Hamburg. Een afgesloten deel van de A20, en nog een stuk of wat hindernissen. Nou ja, zaken voor de kniesoor.
De ring om Bremen bleek een verschrikking. En hoewel we uit een lang vervlogen verleden van talloze ritten naar Denemarken wisten dat 'Bremen' nooit heel vlot gaat, hadden we niet gedacht dat een slordige twee uur stapvoets rijden zo deprimerend zou zijn. Tja, het is onze keuze geweest, nietwaar? Niemand heeft ooit van ons verlangd dat wij Stralsund en Rügen moesten bereizen.

Daarna ging het volgens plan. Die verloren tijd haal je niet in natuurlijk, maar 'Hamburg' had nauwelijks file, de omleiding op de A20 was goed georganiseerd en leverde geen oponthoud op, en zo reden wij rond 18.45 uur het terrein van de al genoemde Gutshof op. De beheerder gebeld. Herr Neumann bleek uitermate beleefd en vriendelijk. Gaf uitleg en sleutel. Wenste ons een aangenaam verblijf. De Fewo was stijlvol, sober en praktisch. Het enige minpunt bleek al snel. Ergens vlakbij staat een of ander masjien te brommen en te grommen. Vooral in de stille nacht erg goed te horen. Een geluid ver dragend en zwaar kloppend, als dat van een cruiseschip op de Eems. Het ding slaat dan ineens af om minuten later weer aan te slaan. Niettemin een eerste goede nacht gehad. 
Vermeldenswaard zijn de vleermuizen die in de invallende duisternis rakelings langs de ramen scheren, duikend en wendend in hun jacht op de laatste insecten van de dag. Nu maar hopen dat de volgende avond net zo zal zijn als deze eerste, misschien dat ik de beestjes dan voor de camera kan krijgen.

De eerste morgen in Groß Behnkenhagen oogt beloftevol met zacht zonlicht over en tussen de herfstige bomen op het licht glooiende terrein van ons verblijf.
   Groß Behnkenhagen; ©MdVFoto

zondag 09 september, Groß Behnkenhagen


Ons aanvankelijke voornemen om de auto ergens aan de rand van een of andere buitenwijk in Stralsund te parkeren wordt getorpedeerd door het simpele feit dat we geen geschikte gratis P-plek kunnen vinden in die buitenwijken.
Ander plan dan maar. De Strelasund oversteken via die spannende brug en Rügen verkennen. Onderweg daarheen zien we toch nog parkeerruimte, min of meer in het centrum van Stralsund. En nog gratis ook op zondag, dan heft de gemeente Stralsund geen Gebürenpflicht.
Fluks de fietsen en de cameratassen tevoorschijn gehaald, alles opgetuigd en geladen, en daar rijden we onder en langs een slanke, duizelingwekkend hoge brug die ergens in de verte uit de aarde lijkt op te komen om dan ergens in de blauwe lucht te verdwijnen, als een soort jakobsladder, die in dit geval beklommen wordt door talloze voortrazende automobielen. Schitterende brug, die Rügenbrücke.


Er is ook een oude Rügenbrücke voor fietsers en gemotoriseerd verkeer richting DänholmDänholm is een eilandje dat tegen Stralsund aanschurkt. Op deze eerste echte vakantiedag fietsen wij over de oude brug en kijken naar de nieuwe. Het uitzicht op de Strelasund en de skyline van de stad is een ruimtelijke beleving.

We rijden de brug over en slaan linksaf naar Seebad Altefähr, een drukbezocht, schilderachtig badplaatsje op Rügen met straatjes vol hobbelkeien. Het evangelische kerkje stamt uit de 15e eeuw. De toren is gebouwd van baksteen en hout en warmrood van kleur. Het informatiebord is in het Duits, Engels en...Zweeds! Voor het eerst merken we hier de Scandinavische invloed, en dat het Zweeds is zal geen verbazing wekken bij kenners van deze streken, de Zweden hebben hier lange tijd geheerst na de 30-jarige oorlog. Ook horen we hier Deens. Er zijn echter veel meer Polen op Rügen, maar voor deze landslieden is er geen Pools informatiebord.
We volgen het pad omhoog, en bekijken het kerktorentje en de Strelasund. De septemberzon schijnt warm en de mensen zijn ontspannen aan het wandelen en baden. 'The sun pours down like honey', zingt Leonard Cohen in Suzanne. Hij heeft die regel vast geschreven aan de oever van de Strelasund.

De terugweg over dezelfde brug brengt ons naar de havens en Altstadt van Stralsund. Opnieuw een aangename verrassing. De havenbekkens voor plezier- en veerboten zijn door hun ligging tegen de Altstadt heel fotogeniek. De Altstadt is veel groter dan wij aannamen. De straten en straatjes kronkelen zich langs allerlei gebouwen die vaak opvallende vormen en kleuren hebben. Meestal betreft het panden - pakhuizen veelal - die zijn blijven staan, terwijl de nieuwe bouwstijl zakelijker en prozaïscher is. Daardoor vallen de oudere gebouwen meer op, en zie je weer eens hoe expressief het werken met rode baksteen kan zijn. Op de zogeheten baksteen gotiek kom ik hopelijk nog terug.

De fish & chips die we samen met een glas bier nuttigen aan de waterkant is van matige kwaliteit. Al vaker hebben we vastgesteld dat Duitsers geen verstand hebben van vis bakken. Goed gebakken vis is krokant, valt van versheid zowat uit elkaar, en smelt bijna op je tong. Deze vis blijkt een compacte massa, wat tranig van smaak, heeft geen krokante korst, de saus past niet bij de vis, kortom, een fantasie- en smaakloze boel. De patat is goed, het bier heerlijk. Dat kunnen ze hier dan weer wel.

Onze magen gevuld, ons bier gedronken, onze hoofden vol van de bruggen wijd en zijd, keren we terug naar de auto, die we slechts met de grootste moeite in de stratenwirwar kunnen vinden. Ligt natuurlijk aan die vis!
   Rügenbrücke; ©MdVFoto



maandag 10 september, Groß Behnkenhagen


Een vreemde dag. Laat opgestaan na een slechte nachtrust. Het al beschreven bromgeluid is te hevig om te negeren. Herr Neumann, de beheerder, gebeld. Hij wil wat voor ons doen, maar zo betoogt hij, als wij nu eerst 'Leipzig' bellen, het hoofdkantoor van de club bij wie wij het Gutshof huren, dan zal dat vast meer druk zetten. Neumann kan ons niet zomaar een andere fewo geven of een korting.

Ik bel Mario Bauer, de man die in overleg met de baas of bazin in Leipzig, dat is me niet helemaal duidelijk, wat gaat regelen voor ons. Hij belooft binnen een half uur te mailen over wat er gaat gebeuren met onze Fewo. Als wij na onze dag in en rondom Greifswald terugkomen in Ahrenshoop, is er geen mail. Wel staan Herr en Frau Neumann voor de deur met de huissleutel van Peenemünde. We begrijpen uit het verhaal dat Frau Neumann sterk heeft aangedrongen op een andere Fewo voor ons. Wanneer ik dit opschrijf hebben we de eerste nacht in Peenemünde al achter de rug. Zonder masjien geronk.

De dag zelf ging op aan boodschappen bij de Netto, 5 km van onze Fewo, en aan Greifswald en omgeving. De route naar Greifswald is al mooi. De heuvels rollen in alle richtingen voor je uit, hier en daar bossen en begroeiing, en uitgestrekte, kurkdroge akkers. 
Greifswald blijkt fiks groter en drukker dan ik in mijn naïeve interpretatie van de toeristenfolder voor deze stad heb gedacht. Veel verkeer, veel studenten (universiteit!), en vooral veel ongeduld (taxichauffeurs). We bereiken via een omweg de P-plaats aan de Salinenstraße waar je je auto voor 1 eurie de hele dag mag laten staan.

We kiezen niet voor de Altstadt van Greifswald, maar voor een lange fietstocht langs de haven aan het Ryck. Het Ryck is de verbinding van Greifswald (Griepswold) met de Oostzee. Alleen heet de Oostzee daar Greifswalder Bodden.
Onderweg zien we een bonte kraai. Dit prachtdier zie je niet of nauwelijks in Nederland, maar wel veel in Midden- en Oost-Europa. Later zien we op vrijwel elke akker talloze bonte kraaien.
   Wieck; ©MdVFoto

Het pad langs het Ryck brengt ons in Wieck. Wieck is een oud vissersdorp met een op Nederlandse leest gebouwde houten klapbrug. Als we aan komen fietsen wordt de brug net door twee brugwachters opengedraaid om een aantal zeiljachtjes door te laten. Als de boten voorbij zijn, draaien ze de beide brugdelen weer naar beneden. De brug is zo smal dat er maar één auto per keer overheen kan. We fietsen over het prachtige houten gevaarte en rijden richting Sperrwerk. Wieck heeft een waterkering die sterk lijkt op die in Delfzijl. Een zware stalen deur kan worden uitgerold om het brede dijkgat hermetisch te sluiten.
Nog wat verder is er een smalle pier die een flink eind de Greifswalder Bodden insteekt. De mooie grote Rügenbrücke is vanaf hier niet meer te zien, wel de zuidkust van het eiland Rügen. Nadat een lawaaierige schoolklas op excursie de pier heeft verlaten, maken Martha en ik foto's en video's.

Wanneer we rond 18.45 uur het Gutshof terrein weer oprijden wacht ons de grote Fewo verhuizing die we in dit verslag al noemden. We richten ons opnieuw in en tuimelen bekaf het bed in.



 dinsdag 11 september, Groß Behnkenhagen



   veerboot Stahlbrode-Zudar; ©MdVFoto


Grijze lucht. Regenkansen. Martha verre van fit. Niettemin zijn we aan het begin van de middag op de veerboot tussen Stahlbrode en Zudar (Rügen).  Narrige veerman. Mooi, woelig water. In de verte een grote groep zwanen. De overtocht duurt een 'stief kwaartaaier'. Voor ± 8 eurio's kunnen twee personen met fietsen heen en weer.

We fietsen vanaf het punt van aankomst richting Zudar. Het landschap van Rügen verschilt hier niet veel van het gebied waar wij logeren. Parkachtig landschap. Akkerbouw dominant. Martha wijst in de verte. Ik kijk en kijk nog eens en meen kraanvogels te zien. We pakken onze camera's en trekken het beeld dichterbij. Talloze kraanvogels foerageren, fladderen wat heen en weer, maken hun verenpak schoon, en roepen elkaar luid toe.
En er komen steeds meer kraanvogels bij. Honderden en nog eens honderden komen overgevlogen, tientallen landen bij de reeds etende vogels op de akkers, stijgen met luid geschreeuw weer op en trekken verder.
We fotograferen en filmen. Natuurlijk. Als we eindelijk verder fietsen, zien we nog veel meer kraanvogels luidruchtig foeragerend in de uitgestrekte stoppelvelden. Niet een keer komen ze dichtbij.
Wat een belevenis. De enige keer dat ik kraanvogels zag was in het Fochteloërveen, een ervaring die haast wel tien seconden duurde!

We rijden nog een flink eind door, maar het weer wordt er niet beter op, en Garz - de oudste plaats van Rügen - is nog ver. We keren om en zoeken de St. Laurentiuskerk op, een oude bedevaartskerk, met een wat wonderlijke onDuits aandoende houten toren.
Dan is het inmiddels half vijf, en na de overtocht met de veerboot keren we rond half zes vanuit het verstilde vissersdorpje Stahlbrode terug naar Groß Behnkenhagen (via de Netto).
   kraanvogels op Rügen; ©MdVFoto



woensdag 12 september, Groß Behnkenhagen


Pas aan het eind van de ochtend op pad gegaan. De Vorpommersche Bodden zijn een uitgestrekt natuurgebied dat onder bescherming van de Duitse Naturschutz staat. Daar willen we een kijkje nemen. De lucht is grijs, en zo nu en dan valt er een heel lichte regen. We vinden na een voorspoedige autorit een mooi kustgebied even ten westen van Barhöft. Het land eindigt in zachte, zompige grond die afgezoomd wordt door brede rietkragen. 'Der Grabow' is de naam van het water dat het vasteland scheidt van Bock, een smal en langgerekt eilandje. Zoals Bock zijn er nogal wat van die eilandjes. Ik weet niets van zeilen, maar het lijkt me heel aardig om van eilandje naar eilandje te varen. Er is veel afwisseling in het landschap, er zijn veranderende perspectieven en als gezelschap krijg je nogal wat meeuwen, reigers (witte en blauwe) en vooral kraanvogels. En in het machtige riet hoor ik van alles piepen, zingen en murmelen, maar te zien krijg ik niets.

Vanaf de P-plaats loopt er een smal fiets- en wandelpad naar Barhöft. Wie dat volgt loopt met aan zijn linkerzijde uitzicht op Der Grabow en Bock, en ter rechterzijde golvend akkerland doorsneden met royale boompartijen. Al vrij snel gaat dat akkerland schuil achter een bomenrand die de wandelaar steeds hoger overhuift. De aarden wal waarin deze bomen wortelen stijgt ook steeds meer. Een bijzonder landschap. 


   Vorpommersche Bodden; ©MdVFoto

Het is een schitterende wandeling. Weinig volk. Af en toe het witte zeil van een bootje dat langs Bock vaart. Veel vogelgezang. Struiken vol dikke, blauwe bessen. Ze zien er sappig en smakelijk uit. Niet van eten. Thuis opzoeken wat voor vruchten dit zijn. Sleedoorn?
Barhöft blijkt iets te ver lopen. Of zijn we misschien niet fit genoeg? Het maakt niet uit. We zien weer veel kraanvogels overkomen, Oostzee en Rügen passerend, sommige voegen zich bij soortgenoten op de velden, andere vliegen verder in zuidwestelijke richting. De aantallen die we hebben gezien tot nu toe lopen in de duizenden.
Op de terugweg proberen we nog ergens langs de Landesstraße te parkeren in de hoop groepen kraanvogels van dicht(er)bij te filmen. Tevergeefs. Thuisgekomen bekijken we ons foto- en filmmateriaal. Het Bodden landschap is in ruime mate vastgelegd.


donderdag 13 september, Groß Behnkenhagen

   Rügen Königsstuhl; ©MdVFoto 

Via de Rügenbrücke rijden we het eiland Rügen binnen en na een goed uur arriveren we bij het dorpje Lohme. We parkeren onze Renault even buiten het dorp, laden onze TERN vouwfietsen uit, nemen camera's, fietstassen vol drank en etenswaren, EHBO en reparatiekit mee voor onderweg, en koersen langs wijde akkers en bosranden richting Stubbenkammer en Königsstuhl. Kortom, we gaan het Nationalpark Jasmund in het noordoosten van Rügen eens grondig verkennen vandaag.
   bospad langs de kust van Rügen; ©MdVFoto 
Het is een stralende dag. Matige wind, lichte bewolking, vriendelijke zon. Aangekomen bij slot Ranzow hebben we de keus uit twee routes: de ene route voert de fietser/wandelaar door een bos langs de steile kust, en de andere gaat direct naar Stubbenkammer en Königsstuhl. We kiezen de kustroute. De tocht gaat langs een uitgestrekt golfterrein dat aan de voet van slot Ranzow ligt, en langs een fraai laatbloeiend weideveld. Vervolgens duikt het pad een beukenbos in, maakt een grote bocht naar rechts en al gauw kijken we vanaf het rotsachtige bospad de steile diepte in die omspoeld wordt door de Oostzee golfslag.
De helling is begroeid met kaarsrechte beuken. Hoog torenen ze boven ons uit, koelte en schaduw gevend tegen de zon. Hier en daar zien we machtige wortelstelsels uit de bodem steken. Door het gebladerte schemert beneden het water, we horen en zien af en toe een boot, en een enkele keer vliegen zwanen voorbij.

Zo zal onze route gedurende zo'n 3½ km gaan. Het grillige pad opent regelmatig prachtige vergezichten op de blauwe, zonovergoten Oostzee. Op één bepaald punt zien we in de duizelingwekkende diepte een oud echtpaar over de strandstenen lopen langs een grote groep foeragerende zwanen. Verderop zien we nog veel meer zwanen. Wij kennen de knobbelzwaan als een zoetwater vogel. Dat deze dieren in de Oostzee leven en eten, betekent dat deze zee niet zo heel zout kan zijn.

We gaan het Informatie Centrum van de Königsstuhl in. Hoewel het vanwege het gevaar van steenval niet toegestaan is het strand op te gaan - hoe heeft dat bejaarde echtpaar dat dan klaargespeeld? - is het bekijken van de diverse krijtrotsformaties vanaf het toeristisch uitkijkpunt beslist het entreegeld waard.

De prachtige kust van bos, rots en zee, de immense vergezichten, de kleuren van rotsen en planten, we nemen het opgetogen mee op onze fietstocht terug door het beukenbos, maar nu via een andere, ook mooie, route.



vrijdag 14 september, Groß Behnkenhagen


Prora. Kraft durch Freude. Beton. Hoekigheid. Blokken. Scheuren. Stof. Roest. Graffiti.

Vandaag zijn Martha en ik op een wel heel bijzondere plek geweest aan de Rügense kust. Wat een verschil met de Vorpommersche Bodden van eergisteren en met de krijtrotsen van de dag voor deze. Wat we ons ook van Prora (bij Binz) hadden voorgesteld, niet dit megalomane monster van steen, staal en waanzin.
In 1936 startte men het door architect Clemens Klotz ontworpen gebouw (Klotz was geïnspireerd door Le Corbusier). Het moest het grootste hotel ter wereld worden, bestemd om de arbeiders in nazi Duitsland te plezieren met een (goedkope) vakantie. Er zou accommodatie zijn voor maar liefst twintigduizend gasten. Vlakbij werd een betonnen aanlegkade gebouwd voor U-boten en cruiseschepen. Adolf Hitler, bij leven nazi partijleider en oorlogsmisdadiger, stond uiteraard achter dit plan, bezocht de bouwplaats ook, maar werd te veel in beslag genomen door de door hem begonnen oorlog om nog tijd en aandacht te hebben voor dit KdF - Seebad Prora project. Onder de nazi's is het bouwwerk niet eens afgemaakt. En er is geen arbeider ooit op vakantie geweest in de nazitijd.
Na 1945 viel het gebouw in handen van de communistische partij van de DDR. Een van de bestemmingen onder het rode bewind was de vestiging van een jeugdcentrum. Discotheek en bistro in de kameradenvariant staren nu mistroostig en vervallen de moderne wereld in.

Martha en ik fietsen naar dit complex na ons bezoek aan de lage vervallen muur met de betonnen kade daarachter aan de oever van de Oostzee. Dit had de aanlegplaats voor die U-boten en cruiseschepen moeten worden. Wat een ellende.
Tegen het decor van naar hars ruikende dennen is het vervallen bakstenen monster nauwelijks te beschrijven. Over en door de gaten en scheuren van de muur kijk ik naar de blauwgroene Oostzee, die hier in de prachtig gevormde baai de lieflijkheid zelve is. Dat deze muur de uiting is van een haast bovenmenselijk en krankzinnig soort creativiteit wil er op deze zonnige dag niet bij mij in. Ik blijf steken in woorden als bizar, stompzinnig, megalomaan en dergelijke.

Ook het eindeloos lange hotelcomplex ontlokt reacties zoals de juist genoemde. Alleen, hier zijn bouwvakkers keihard aan het werk om een grootscheepse renovatie van het gebouw - dat overigens niet langer één gebouw is - te voltooien.
Waar aan het ene eind de grauwheid van het 'beton Realismus' van de nazi's en communisten nog zichtbaar en voelbaar is, zie je aan het andere eind in wit opgetrokken moderne, strak gelijnde appartementen, deels te koop deels te huur. Er lopen mensen in uit op een manier die suggereert  dat het de gewoonste zaak van de wereld is. Misschien is het dat ook voor de nieuwe bewoners, maar ik voel me op de een of andere manier teruggezet in de tijd. Je hoort de nazi horden a.h.w. marcheren, en niet alleen op de foto bij het Erlebnis Museum.

Inmiddels zijn er winkels, restaurants en terrasjes. Mensen zitten er gezellig te drinken en praten in de zon. Het gebouw wordt een tijdlijn, de transformatie van de geschiedenis voltrekt zich voor je ogen. Mijn hoofd raakt een beetje op drift van al die indrukken en gevoelens. In de verte zijn de snijdende bevelen van de bruinhemden, de dreunende soldatenlaarzen, de huilende Stuka's nog te horen, vermengd met de valse glimlach van de rode rust en vrede die angst en verraad zaaide in de harten en de zielen van de Oost-Duitsers, en het komt allemaal samen met het neo-liberale marktdenken dat deze rare plek tot op zekere hoogte normaliseert tot een eigentijds wooncomplex.

Op de terugweg zijn we wat stilletjes.


   Prora; ©MdVFoto 

zaterdag 15 september, Groß Behnkenhagen


Greifswald is een oude universiteitsstad. Dat merk je uiteraard aan de vele studenten die door de straten van Greifswald fietsen en op de vele terrasjes vertoeven, aan het academiegebouw, en aan de verwijzingen naar de namen van eminente geleerden en kunstenaars. Zo is Greifswald de geboorteplaats van de schilder Caspar David Friedrich, en de bezoeker van de stad kan daar niet omheen. Ook de schrijver Hans Fallada zag in Greifswald het licht. Wie kent niet het schilderij De wandelaar boven de nevelen van Friedrich? En Fallada's roman Kleiner Mann, was nun? maakte de schrijver wereldberoemd.

Greifswald is bovendien een hanzestad. Je ziet het aan de overal aanwezige fraaie handelshuizen, de pakhuizen, en de oude voornaamheid die veelal aanwezig is in de straten en pleinen van de Altstadt.
We fietsen rond in Greifswald aan het begin van de zaterdagmiddag, en dat is het beste moment van de week om een stad als deze te leren kennen. Duitse steden lopen namelijk leeg op zaterdagmiddag. De winkels en markten sluiten, veel uitspanningen ruimen hun terrassen op, het leven verdwijnt uit de binnenstad. Alleen kerken en musea zijn nog te bezoeken, en wat er aan horeca nog geopend blijft.
De rust en de ruimte die dit sluitingsuur oplevert maken het nemen van foto's wat gemakkelijker. En zo gaan we min of meer lukraak wat plekjes in de oude binnenstad langs en schieten onze plaatjes.

Een van de aardigste sights van Greifswald is het kantoor van de havenmeester. Het is een ronde kasteeltoren die wat geïsoleerd van andere gebouwen staat. Het is het oudste gebouw van de stad. De klimop die een groot deel van de torenmuur bedekt neemt donkerrode herfstkleuren aan die wonderwel passen bij het baksteenrood van de toren.
   Altstadt Greifswald; ©MdVFoto 

De wind steekt op, de temperatuur daalt, de wolken trekken samen. Het is half vijf geweest. Tijd om uit Greifswald te vertrekken. Maar nog geen tijd om naar huis te gaan. We rijden naar Gristow bij Mesekenhagen. Gristow is een oud vissersdorpje, gelegen aan de Greifswalder Bodden, en als je doorrijdt kom je op Riems.
Riems is een piepklein eilandje dat met het vasteland verbonden is door een dam. Het meest belangwekkende feit van Riems is de aanwezigheid van een onderzoeksinstituut dat sinds 1910 research verricht naar virussen en bacteriën onder dieren en vogels. Dat instituut heet het Friedrich Loeffler Instituut. Er staat aan het begin van het eiland (bij de dam) een bord dat de argeloze voorbijganger verbiedt binnen te gaan. Mogen we nu niet op Riems rondkijken? Dat blijkt gelukkig niet het geval. Het bord is van toepassing voor het bedrijfsterrein van het Friedrich Loeffler Instituut. Op Riems is verder niet zo gek veel te zien.

Jacques

Stralsund Expedities 2

zondag 16 september, Groß Behnkenhagen    Kap Arkona Rügen; ©MdVFoto Het  Deense  eiland  Møn , de  Engelse   zuidkust , en de  Nor...