Zoeken in deze blog

woensdag 3 oktober 2018

Stralsund Expedities 1

 zaterdag/zondag 08/09 september, Groningen/Groß Behnkenhagen



De Oostzeekust van Duitsland heeft Martha en mij vaak een gebied geleken waar we nog eens naar toe wildenHet zou er mooi zijn, zo las ik nu en dan in een of ander tijdschrift, en je hoorde van mensen wel eens wat over de wonderbaarlijke vakantieverblijven aan de Oostzeekust van de voormalige DDR. We zouden er heerlijke stranden, golvende kustlijnen, steile krijtrotsen en historische steden en stadjes te zien krijgen, volgens weer andere bronnen.

En eindelijk is het zover. Martha en ik hebben de reis naar het verre Mecklenburg-Vorpommern ondernomen en ons gerieflijk geïnstalleerd in Ahrenshoop, een piekfijn ingerichte vakantiewoning (Fewo) in een werkelijk piepklein gehuchtje dat de ingewikkelde naam Groß Behnkenhagen draagt, vermoedelijk genoemd naar de 'Gutshof' Groß Behnkenhagen (of andersom). De naam Ahrenshoop verwijst naar een gelijknamig (voormalig) eilandje van de Vorpommersche Boddenkust. Het is maar dat je het weet.

Vanuit Groningen is het een pittig eind rijden: 555 km volgens Google Maps. GM heeft ons vooraf al geattendeerd op diverse knelpunten in deze route. Bremen. Hamburg. Een afgesloten deel van de A20, en nog een stuk of wat hindernissen. Nou ja, zaken voor de kniesoor.
De ring om Bremen bleek een verschrikking. En hoewel we uit een lang vervlogen verleden van talloze ritten naar Denemarken wisten dat 'Bremen' nooit heel vlot gaat, hadden we niet gedacht dat een slordige twee uur stapvoets rijden zo deprimerend zou zijn. Tja, het is onze keuze geweest, nietwaar? Niemand heeft ooit van ons verlangd dat wij Stralsund en Rügen moesten bereizen.

Daarna ging het volgens plan. Die verloren tijd haal je niet in natuurlijk, maar 'Hamburg' had nauwelijks file, de omleiding op de A20 was goed georganiseerd en leverde geen oponthoud op, en zo reden wij rond 18.45 uur het terrein van de al genoemde Gutshof op. De beheerder gebeld. Herr Neumann bleek uitermate beleefd en vriendelijk. Gaf uitleg en sleutel. Wenste ons een aangenaam verblijf. De Fewo was stijlvol, sober en praktisch. Het enige minpunt bleek al snel. Ergens vlakbij staat een of ander masjien te brommen en te grommen. Vooral in de stille nacht erg goed te horen. Een geluid ver dragend en zwaar kloppend, als dat van een cruiseschip op de Eems. Het ding slaat dan ineens af om minuten later weer aan te slaan. Niettemin een eerste goede nacht gehad. 
Vermeldenswaard zijn de vleermuizen die in de invallende duisternis rakelings langs de ramen scheren, duikend en wendend in hun jacht op de laatste insecten van de dag. Nu maar hopen dat de volgende avond net zo zal zijn als deze eerste, misschien dat ik de beestjes dan voor de camera kan krijgen.

De eerste morgen in Groß Behnkenhagen oogt beloftevol met zacht zonlicht over en tussen de herfstige bomen op het licht glooiende terrein van ons verblijf.
   Groß Behnkenhagen; ©MdVFoto

zondag 09 september, Groß Behnkenhagen


Ons aanvankelijke voornemen om de auto ergens aan de rand van een of andere buitenwijk in Stralsund te parkeren wordt getorpedeerd door het simpele feit dat we geen geschikte gratis P-plek kunnen vinden in die buitenwijken.
Ander plan dan maar. De Strelasund oversteken via die spannende brug en Rügen verkennen. Onderweg daarheen zien we toch nog parkeerruimte, min of meer in het centrum van Stralsund. En nog gratis ook op zondag, dan heft de gemeente Stralsund geen Gebürenpflicht.
Fluks de fietsen en de cameratassen tevoorschijn gehaald, alles opgetuigd en geladen, en daar rijden we onder en langs een slanke, duizelingwekkend hoge brug die ergens in de verte uit de aarde lijkt op te komen om dan ergens in de blauwe lucht te verdwijnen, als een soort jakobsladder, die in dit geval beklommen wordt door talloze voortrazende automobielen. Schitterende brug, die Rügenbrücke.


Er is ook een oude Rügenbrücke voor fietsers en gemotoriseerd verkeer richting DänholmDänholm is een eilandje dat tegen Stralsund aanschurkt. Op deze eerste echte vakantiedag fietsen wij over de oude brug en kijken naar de nieuwe. Het uitzicht op de Strelasund en de skyline van de stad is een ruimtelijke beleving.

We rijden de brug over en slaan linksaf naar Seebad Altefähr, een drukbezocht, schilderachtig badplaatsje op Rügen met straatjes vol hobbelkeien. Het evangelische kerkje stamt uit de 15e eeuw. De toren is gebouwd van baksteen en hout en warmrood van kleur. Het informatiebord is in het Duits, Engels en...Zweeds! Voor het eerst merken we hier de Scandinavische invloed, en dat het Zweeds is zal geen verbazing wekken bij kenners van deze streken, de Zweden hebben hier lange tijd geheerst na de 30-jarige oorlog. Ook horen we hier Deens. Er zijn echter veel meer Polen op Rügen, maar voor deze landslieden is er geen Pools informatiebord.
We volgen het pad omhoog, en bekijken het kerktorentje en de Strelasund. De septemberzon schijnt warm en de mensen zijn ontspannen aan het wandelen en baden. 'The sun pours down like honey', zingt Leonard Cohen in Suzanne. Hij heeft die regel vast geschreven aan de oever van de Strelasund.

De terugweg over dezelfde brug brengt ons naar de havens en Altstadt van Stralsund. Opnieuw een aangename verrassing. De havenbekkens voor plezier- en veerboten zijn door hun ligging tegen de Altstadt heel fotogeniek. De Altstadt is veel groter dan wij aannamen. De straten en straatjes kronkelen zich langs allerlei gebouwen die vaak opvallende vormen en kleuren hebben. Meestal betreft het panden - pakhuizen veelal - die zijn blijven staan, terwijl de nieuwe bouwstijl zakelijker en prozaïscher is. Daardoor vallen de oudere gebouwen meer op, en zie je weer eens hoe expressief het werken met rode baksteen kan zijn. Op de zogeheten baksteen gotiek kom ik hopelijk nog terug.

De fish & chips die we samen met een glas bier nuttigen aan de waterkant is van matige kwaliteit. Al vaker hebben we vastgesteld dat Duitsers geen verstand hebben van vis bakken. Goed gebakken vis is krokant, valt van versheid zowat uit elkaar, en smelt bijna op je tong. Deze vis blijkt een compacte massa, wat tranig van smaak, heeft geen krokante korst, de saus past niet bij de vis, kortom, een fantasie- en smaakloze boel. De patat is goed, het bier heerlijk. Dat kunnen ze hier dan weer wel.

Onze magen gevuld, ons bier gedronken, onze hoofden vol van de bruggen wijd en zijd, keren we terug naar de auto, die we slechts met de grootste moeite in de stratenwirwar kunnen vinden. Ligt natuurlijk aan die vis!
   Rügenbrücke; ©MdVFoto



maandag 10 september, Groß Behnkenhagen


Een vreemde dag. Laat opgestaan na een slechte nachtrust. Het al beschreven bromgeluid is te hevig om te negeren. Herr Neumann, de beheerder, gebeld. Hij wil wat voor ons doen, maar zo betoogt hij, als wij nu eerst 'Leipzig' bellen, het hoofdkantoor van de club bij wie wij het Gutshof huren, dan zal dat vast meer druk zetten. Neumann kan ons niet zomaar een andere fewo geven of een korting.

Ik bel Mario Bauer, de man die in overleg met de baas of bazin in Leipzig, dat is me niet helemaal duidelijk, wat gaat regelen voor ons. Hij belooft binnen een half uur te mailen over wat er gaat gebeuren met onze Fewo. Als wij na onze dag in en rondom Greifswald terugkomen in Ahrenshoop, is er geen mail. Wel staan Herr en Frau Neumann voor de deur met de huissleutel van Peenemünde. We begrijpen uit het verhaal dat Frau Neumann sterk heeft aangedrongen op een andere Fewo voor ons. Wanneer ik dit opschrijf hebben we de eerste nacht in Peenemünde al achter de rug. Zonder masjien geronk.

De dag zelf ging op aan boodschappen bij de Netto, 5 km van onze Fewo, en aan Greifswald en omgeving. De route naar Greifswald is al mooi. De heuvels rollen in alle richtingen voor je uit, hier en daar bossen en begroeiing, en uitgestrekte, kurkdroge akkers. 
Greifswald blijkt fiks groter en drukker dan ik in mijn naïeve interpretatie van de toeristenfolder voor deze stad heb gedacht. Veel verkeer, veel studenten (universiteit!), en vooral veel ongeduld (taxichauffeurs). We bereiken via een omweg de P-plaats aan de Salinenstraße waar je je auto voor 1 eurie de hele dag mag laten staan.

We kiezen niet voor de Altstadt van Greifswald, maar voor een lange fietstocht langs de haven aan het Ryck. Het Ryck is de verbinding van Greifswald (Griepswold) met de Oostzee. Alleen heet de Oostzee daar Greifswalder Bodden.
Onderweg zien we een bonte kraai. Dit prachtdier zie je niet of nauwelijks in Nederland, maar wel veel in Midden- en Oost-Europa. Later zien we op vrijwel elke akker talloze bonte kraaien.
   Wieck; ©MdVFoto

Het pad langs het Ryck brengt ons in Wieck. Wieck is een oud vissersdorp met een op Nederlandse leest gebouwde houten klapbrug. Als we aan komen fietsen wordt de brug net door twee brugwachters opengedraaid om een aantal zeiljachtjes door te laten. Als de boten voorbij zijn, draaien ze de beide brugdelen weer naar beneden. De brug is zo smal dat er maar één auto per keer overheen kan. We fietsen over het prachtige houten gevaarte en rijden richting Sperrwerk. Wieck heeft een waterkering die sterk lijkt op die in Delfzijl. Een zware stalen deur kan worden uitgerold om het brede dijkgat hermetisch te sluiten.
Nog wat verder is er een smalle pier die een flink eind de Greifswalder Bodden insteekt. De mooie grote Rügenbrücke is vanaf hier niet meer te zien, wel de zuidkust van het eiland Rügen. Nadat een lawaaierige schoolklas op excursie de pier heeft verlaten, maken Martha en ik foto's en video's.

Wanneer we rond 18.45 uur het Gutshof terrein weer oprijden wacht ons de grote Fewo verhuizing die we in dit verslag al noemden. We richten ons opnieuw in en tuimelen bekaf het bed in.



 dinsdag 11 september, Groß Behnkenhagen



   veerboot Stahlbrode-Zudar; ©MdVFoto


Grijze lucht. Regenkansen. Martha verre van fit. Niettemin zijn we aan het begin van de middag op de veerboot tussen Stahlbrode en Zudar (Rügen).  Narrige veerman. Mooi, woelig water. In de verte een grote groep zwanen. De overtocht duurt een 'stief kwaartaaier'. Voor ± 8 eurio's kunnen twee personen met fietsen heen en weer.

We fietsen vanaf het punt van aankomst richting Zudar. Het landschap van Rügen verschilt hier niet veel van het gebied waar wij logeren. Parkachtig landschap. Akkerbouw dominant. Martha wijst in de verte. Ik kijk en kijk nog eens en meen kraanvogels te zien. We pakken onze camera's en trekken het beeld dichterbij. Talloze kraanvogels foerageren, fladderen wat heen en weer, maken hun verenpak schoon, en roepen elkaar luid toe.
En er komen steeds meer kraanvogels bij. Honderden en nog eens honderden komen overgevlogen, tientallen landen bij de reeds etende vogels op de akkers, stijgen met luid geschreeuw weer op en trekken verder.
We fotograferen en filmen. Natuurlijk. Als we eindelijk verder fietsen, zien we nog veel meer kraanvogels luidruchtig foeragerend in de uitgestrekte stoppelvelden. Niet een keer komen ze dichtbij.
Wat een belevenis. De enige keer dat ik kraanvogels zag was in het Fochteloërveen, een ervaring die haast wel tien seconden duurde!

We rijden nog een flink eind door, maar het weer wordt er niet beter op, en Garz - de oudste plaats van Rügen - is nog ver. We keren om en zoeken de St. Laurentiuskerk op, een oude bedevaartskerk, met een wat wonderlijke onDuits aandoende houten toren.
Dan is het inmiddels half vijf, en na de overtocht met de veerboot keren we rond half zes vanuit het verstilde vissersdorpje Stahlbrode terug naar Groß Behnkenhagen (via de Netto).
   kraanvogels op Rügen; ©MdVFoto



woensdag 12 september, Groß Behnkenhagen


Pas aan het eind van de ochtend op pad gegaan. De Vorpommersche Bodden zijn een uitgestrekt natuurgebied dat onder bescherming van de Duitse Naturschutz staat. Daar willen we een kijkje nemen. De lucht is grijs, en zo nu en dan valt er een heel lichte regen. We vinden na een voorspoedige autorit een mooi kustgebied even ten westen van Barhöft. Het land eindigt in zachte, zompige grond die afgezoomd wordt door brede rietkragen. 'Der Grabow' is de naam van het water dat het vasteland scheidt van Bock, een smal en langgerekt eilandje. Zoals Bock zijn er nogal wat van die eilandjes. Ik weet niets van zeilen, maar het lijkt me heel aardig om van eilandje naar eilandje te varen. Er is veel afwisseling in het landschap, er zijn veranderende perspectieven en als gezelschap krijg je nogal wat meeuwen, reigers (witte en blauwe) en vooral kraanvogels. En in het machtige riet hoor ik van alles piepen, zingen en murmelen, maar te zien krijg ik niets.

Vanaf de P-plaats loopt er een smal fiets- en wandelpad naar Barhöft. Wie dat volgt loopt met aan zijn linkerzijde uitzicht op Der Grabow en Bock, en ter rechterzijde golvend akkerland doorsneden met royale boompartijen. Al vrij snel gaat dat akkerland schuil achter een bomenrand die de wandelaar steeds hoger overhuift. De aarden wal waarin deze bomen wortelen stijgt ook steeds meer. Een bijzonder landschap. 


   Vorpommersche Bodden; ©MdVFoto

Het is een schitterende wandeling. Weinig volk. Af en toe het witte zeil van een bootje dat langs Bock vaart. Veel vogelgezang. Struiken vol dikke, blauwe bessen. Ze zien er sappig en smakelijk uit. Niet van eten. Thuis opzoeken wat voor vruchten dit zijn. Sleedoorn?
Barhöft blijkt iets te ver lopen. Of zijn we misschien niet fit genoeg? Het maakt niet uit. We zien weer veel kraanvogels overkomen, Oostzee en Rügen passerend, sommige voegen zich bij soortgenoten op de velden, andere vliegen verder in zuidwestelijke richting. De aantallen die we hebben gezien tot nu toe lopen in de duizenden.
Op de terugweg proberen we nog ergens langs de Landesstraße te parkeren in de hoop groepen kraanvogels van dicht(er)bij te filmen. Tevergeefs. Thuisgekomen bekijken we ons foto- en filmmateriaal. Het Bodden landschap is in ruime mate vastgelegd.


donderdag 13 september, Groß Behnkenhagen

   Rügen Königsstuhl; ©MdVFoto 

Via de Rügenbrücke rijden we het eiland Rügen binnen en na een goed uur arriveren we bij het dorpje Lohme. We parkeren onze Renault even buiten het dorp, laden onze TERN vouwfietsen uit, nemen camera's, fietstassen vol drank en etenswaren, EHBO en reparatiekit mee voor onderweg, en koersen langs wijde akkers en bosranden richting Stubbenkammer en Königsstuhl. Kortom, we gaan het Nationalpark Jasmund in het noordoosten van Rügen eens grondig verkennen vandaag.
   bospad langs de kust van Rügen; ©MdVFoto 
Het is een stralende dag. Matige wind, lichte bewolking, vriendelijke zon. Aangekomen bij slot Ranzow hebben we de keus uit twee routes: de ene route voert de fietser/wandelaar door een bos langs de steile kust, en de andere gaat direct naar Stubbenkammer en Königsstuhl. We kiezen de kustroute. De tocht gaat langs een uitgestrekt golfterrein dat aan de voet van slot Ranzow ligt, en langs een fraai laatbloeiend weideveld. Vervolgens duikt het pad een beukenbos in, maakt een grote bocht naar rechts en al gauw kijken we vanaf het rotsachtige bospad de steile diepte in die omspoeld wordt door de Oostzee golfslag.
De helling is begroeid met kaarsrechte beuken. Hoog torenen ze boven ons uit, koelte en schaduw gevend tegen de zon. Hier en daar zien we machtige wortelstelsels uit de bodem steken. Door het gebladerte schemert beneden het water, we horen en zien af en toe een boot, en een enkele keer vliegen zwanen voorbij.

Zo zal onze route gedurende zo'n 3½ km gaan. Het grillige pad opent regelmatig prachtige vergezichten op de blauwe, zonovergoten Oostzee. Op één bepaald punt zien we in de duizelingwekkende diepte een oud echtpaar over de strandstenen lopen langs een grote groep foeragerende zwanen. Verderop zien we nog veel meer zwanen. Wij kennen de knobbelzwaan als een zoetwater vogel. Dat deze dieren in de Oostzee leven en eten, betekent dat deze zee niet zo heel zout kan zijn.

We gaan het Informatie Centrum van de Königsstuhl in. Hoewel het vanwege het gevaar van steenval niet toegestaan is het strand op te gaan - hoe heeft dat bejaarde echtpaar dat dan klaargespeeld? - is het bekijken van de diverse krijtrotsformaties vanaf het toeristisch uitkijkpunt beslist het entreegeld waard.

De prachtige kust van bos, rots en zee, de immense vergezichten, de kleuren van rotsen en planten, we nemen het opgetogen mee op onze fietstocht terug door het beukenbos, maar nu via een andere, ook mooie, route.



vrijdag 14 september, Groß Behnkenhagen


Prora. Kraft durch Freude. Beton. Hoekigheid. Blokken. Scheuren. Stof. Roest. Graffiti.

Vandaag zijn Martha en ik op een wel heel bijzondere plek geweest aan de Rügense kust. Wat een verschil met de Vorpommersche Bodden van eergisteren en met de krijtrotsen van de dag voor deze. Wat we ons ook van Prora (bij Binz) hadden voorgesteld, niet dit megalomane monster van steen, staal en waanzin.
In 1936 startte men het door architect Clemens Klotz ontworpen gebouw (Klotz was geïnspireerd door Le Corbusier). Het moest het grootste hotel ter wereld worden, bestemd om de arbeiders in nazi Duitsland te plezieren met een (goedkope) vakantie. Er zou accommodatie zijn voor maar liefst twintigduizend gasten. Vlakbij werd een betonnen aanlegkade gebouwd voor U-boten en cruiseschepen. Adolf Hitler, bij leven nazi partijleider en oorlogsmisdadiger, stond uiteraard achter dit plan, bezocht de bouwplaats ook, maar werd te veel in beslag genomen door de door hem begonnen oorlog om nog tijd en aandacht te hebben voor dit KdF - Seebad Prora project. Onder de nazi's is het bouwwerk niet eens afgemaakt. En er is geen arbeider ooit op vakantie geweest in de nazitijd.
Na 1945 viel het gebouw in handen van de communistische partij van de DDR. Een van de bestemmingen onder het rode bewind was de vestiging van een jeugdcentrum. Discotheek en bistro in de kameradenvariant staren nu mistroostig en vervallen de moderne wereld in.

Martha en ik fietsen naar dit complex na ons bezoek aan de lage vervallen muur met de betonnen kade daarachter aan de oever van de Oostzee. Dit had de aanlegplaats voor die U-boten en cruiseschepen moeten worden. Wat een ellende.
Tegen het decor van naar hars ruikende dennen is het vervallen bakstenen monster nauwelijks te beschrijven. Over en door de gaten en scheuren van de muur kijk ik naar de blauwgroene Oostzee, die hier in de prachtig gevormde baai de lieflijkheid zelve is. Dat deze muur de uiting is van een haast bovenmenselijk en krankzinnig soort creativiteit wil er op deze zonnige dag niet bij mij in. Ik blijf steken in woorden als bizar, stompzinnig, megalomaan en dergelijke.

Ook het eindeloos lange hotelcomplex ontlokt reacties zoals de juist genoemde. Alleen, hier zijn bouwvakkers keihard aan het werk om een grootscheepse renovatie van het gebouw - dat overigens niet langer één gebouw is - te voltooien.
Waar aan het ene eind de grauwheid van het 'beton Realismus' van de nazi's en communisten nog zichtbaar en voelbaar is, zie je aan het andere eind in wit opgetrokken moderne, strak gelijnde appartementen, deels te koop deels te huur. Er lopen mensen in uit op een manier die suggereert  dat het de gewoonste zaak van de wereld is. Misschien is het dat ook voor de nieuwe bewoners, maar ik voel me op de een of andere manier teruggezet in de tijd. Je hoort de nazi horden a.h.w. marcheren, en niet alleen op de foto bij het Erlebnis Museum.

Inmiddels zijn er winkels, restaurants en terrasjes. Mensen zitten er gezellig te drinken en praten in de zon. Het gebouw wordt een tijdlijn, de transformatie van de geschiedenis voltrekt zich voor je ogen. Mijn hoofd raakt een beetje op drift van al die indrukken en gevoelens. In de verte zijn de snijdende bevelen van de bruinhemden, de dreunende soldatenlaarzen, de huilende Stuka's nog te horen, vermengd met de valse glimlach van de rode rust en vrede die angst en verraad zaaide in de harten en de zielen van de Oost-Duitsers, en het komt allemaal samen met het neo-liberale marktdenken dat deze rare plek tot op zekere hoogte normaliseert tot een eigentijds wooncomplex.

Op de terugweg zijn we wat stilletjes.


   Prora; ©MdVFoto 

zaterdag 15 september, Groß Behnkenhagen


Greifswald is een oude universiteitsstad. Dat merk je uiteraard aan de vele studenten die door de straten van Greifswald fietsen en op de vele terrasjes vertoeven, aan het academiegebouw, en aan de verwijzingen naar de namen van eminente geleerden en kunstenaars. Zo is Greifswald de geboorteplaats van de schilder Caspar David Friedrich, en de bezoeker van de stad kan daar niet omheen. Ook de schrijver Hans Fallada zag in Greifswald het licht. Wie kent niet het schilderij De wandelaar boven de nevelen van Friedrich? En Fallada's roman Kleiner Mann, was nun? maakte de schrijver wereldberoemd.

Greifswald is bovendien een hanzestad. Je ziet het aan de overal aanwezige fraaie handelshuizen, de pakhuizen, en de oude voornaamheid die veelal aanwezig is in de straten en pleinen van de Altstadt.
We fietsen rond in Greifswald aan het begin van de zaterdagmiddag, en dat is het beste moment van de week om een stad als deze te leren kennen. Duitse steden lopen namelijk leeg op zaterdagmiddag. De winkels en markten sluiten, veel uitspanningen ruimen hun terrassen op, het leven verdwijnt uit de binnenstad. Alleen kerken en musea zijn nog te bezoeken, en wat er aan horeca nog geopend blijft.
De rust en de ruimte die dit sluitingsuur oplevert maken het nemen van foto's wat gemakkelijker. En zo gaan we min of meer lukraak wat plekjes in de oude binnenstad langs en schieten onze plaatjes.

Een van de aardigste sights van Greifswald is het kantoor van de havenmeester. Het is een ronde kasteeltoren die wat geïsoleerd van andere gebouwen staat. Het is het oudste gebouw van de stad. De klimop die een groot deel van de torenmuur bedekt neemt donkerrode herfstkleuren aan die wonderwel passen bij het baksteenrood van de toren.
   Altstadt Greifswald; ©MdVFoto 

De wind steekt op, de temperatuur daalt, de wolken trekken samen. Het is half vijf geweest. Tijd om uit Greifswald te vertrekken. Maar nog geen tijd om naar huis te gaan. We rijden naar Gristow bij Mesekenhagen. Gristow is een oud vissersdorpje, gelegen aan de Greifswalder Bodden, en als je doorrijdt kom je op Riems.
Riems is een piepklein eilandje dat met het vasteland verbonden is door een dam. Het meest belangwekkende feit van Riems is de aanwezigheid van een onderzoeksinstituut dat sinds 1910 research verricht naar virussen en bacteriën onder dieren en vogels. Dat instituut heet het Friedrich Loeffler Instituut. Er staat aan het begin van het eiland (bij de dam) een bord dat de argeloze voorbijganger verbiedt binnen te gaan. Mogen we nu niet op Riems rondkijken? Dat blijkt gelukkig niet het geval. Het bord is van toepassing voor het bedrijfsterrein van het Friedrich Loeffler Instituut. Op Riems is verder niet zo gek veel te zien.

Jacques

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Stralsund Expedities 2

zondag 16 september, Groß Behnkenhagen    Kap Arkona Rügen; ©MdVFoto Het  Deense  eiland  Møn , de  Engelse   zuidkust , en de  Nor...